United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Is dat alles?" vroeg Jo, toen mevrouw March zwijgend staarde op het verlegen gezicht van haar mooi dochtertje, en niet het hart had haar te bestraffen over haar kleine dwaasheden. "Neen, ik dronk champagne, en was veel te druk en ik flirtte, en, en 'k was in één woord onuitstaanbaar," bekende Meta berouwvol.

De ter dood veroordeelde om genade. De schipbreukelingen hoorde men in hun doodsangst God . Ik u met een berouwvol hart om vergiffenis. In alle kerken werd voor het behoud van den vrede . De radelooze moeder wierp zich op de knieën voor den wreeden soldaat en hem haar kind niet te dooden. Vóór Hugo de Groot zich in de boekenkist verborg, hij God om een voorspoedige reis.

Maar hetzij dat de toledo'sche vrouwen alle deugdzaam waren, of dat ze, zooals een sceptisch schrijver opmerkt, zelden zich berouwvol voelden, het Bagijnenhof kwam nooit tot bloei en moest eindelijk worden gesloten bij gebrek aan Bagijntjes.

En de zotte Vrijvrouw Von Werther, bijgenaamd de kleine Werther, die de zieke en vervolgens de doode uithing en een pop in haar plaats liet begraven, ten einde met een luitenant naar Afrika te kunnen vluchten, waar deze goud en diamanten hoopte te vinden; en die, berouwvol en berooid weergekeerd, door haar man in genade werd teruggenomen, steekt nogal gunstig af bij haar vriendinnen.

Ik bèn niet gezind mij te onderwerpen; het gebeurde heeft mij noch nederig gestemd, noch berouwvol. Alleen maar zeer gelukkig; en dat vindt zij van geen belang. Ik zie de betamelijkheid van onderwerping niet in, in mijn geval."

Menigmaal ik erken het berouwvol werd ik, wanneer ik naar zijn volle, witte handen met den brillantenring aan den wijsvinger keek, die mij slag na slag afwonnen, woedend op dien ring, op die witte handen en op de heele persoonlijkheid van den adjudant en dan kwamen booze vermoedens tegen hem in mij op; maar wanneer ik daar dan in koele bloede over nadacht, kwam ik toch tot de overtuiging dat hij eenvoudig een beter speler was dan al de anderen, waarmee hij speelde.

Met de toelating tot het avondmaal zat het zóó. Het verzoek van Rousseau bracht den predikant natuurlijk in groote verlegenheid. Hem kortweg weigeren ging moeilijk: hij had vrijwillig verklaard de leerstellingen der kerk aan te nemen, hij was misschien een berouwvol zondaar; en dan, welk een eer voor den predikant om zulk een vermaard en gevierd man tot lid zijner gemeente te hebben! Aan den anderen kant: de "Geloofsbelijdenis van den Vicaire Savoyard" had toch eigenlijk weinig gemeen met het protestantisme: kon men den schrijver toelaten?... Het was een lastig geval voor dominé Montmollin.... Later beweerde hij, dat Rousseau hem had meegedeeld naar Motiers te zijn gekomen om zijn verdere levensdagen in rust en vrede te eindigen, en hem de schriftelijke belofte gegeven, niet meer te zullen schrijven. Daarop had Montmollin hem toegelaten, want zoo dit zoo was behoefde er immers geen vrees meer te bestaan voor nieuwe schandalen; Rousseau van zijn kant verklaarde, zich nooit te hebben beschouwd als gebonden door een belofte. Wel had hij aan den predikant gezegd, niet meer te zullen schrijven, maar, zooals hij het toevallig juist in dienzelfden tijd in een brief aan Milord Maréchal had uitgedrukt, die belofte van niet-schrijven was een belofte aan zichzelven gedaan, niet aan anderen, een voornemen, geen verplichting; als voorwaarde haar zich gesteld zien wilde hij allerminst. Daarom beschouwde hij het ook volstrekt niet als de schending eener belofte, dat hij in Motiers nog twee werken schreef tot zijne verdediging: de "Lettre

Zelfs kon ik hem even zien, daar eenige lichstralen uit de bibliotheek onder de deur doordrongen. Hij kwam met over elkander geslagen armen naar mij toe, en gleed, meer dan hij liep, zwijgend evenals een spook voorwaarts. Genoeg! Genoeg!" Was dit een bekentenis van het berouwvol geweten van dien man?....

Toen werd Helle weer op den grond gezet en ging oom Frans met een berouwvol gelaat de kamer in. Kaja zat bij het raam te naaien. Hij ging regelrecht naar haar toe en nam haar hand. "Je mag niet boos op mij zijn," zeide hij. "Je kunt toch wel begrijpen dat het voor jou is dat ik werk. Ik wou je verrassen "

Maar ook hoogheid van gedachten-verbeelding en voorstelling. Het bewijs is Catilina , het stuk dat de reeks van zijn drama's opent . Men denkt misschien een schoolthema in handen te krijgen, en men ontdekt in de tragedie een hartekloppenden geest verdeeld tusschen wijd uitgaande plannen en een berouwvol bewustzijn van zonde en onmacht.