Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Onder de passagiers van de Lafayette bevindt zich een jonge Columbiaan, de heer Villavécès, met wien wij aan boord kennis hebben gemaakt. Het is iemand van een vroolijk, aangenaam humeur, beminnelijk, voorkomend, ietwat grillig, eene kunstenaarsnatuur.
Hij hernam: "De heer, die uw rust heeft gestoord, is een staatsgevangene, die zijn kamer naast de uwe heeft. Hij heet don Gaston de Cogollos, is ridder van de militaire orde van Calatrava en een zeer beminnelijk man. Ge kunt elkaar bezoeken en samen eten. Dat is voor u beiden een troost".
Eene voorliefde te omschrijven is moeielijk, maar 't kwam mij altijd voor, dat die uiting der kunst in de middeneeuwen zoo beminnelijk eenvoudig was; dat zij alles gaf wat men toen kon daarstellen, en nooit naar kunstmiddelen van verdacht gehalte zocht, om 't geen men zich toch wel bewust was dat er aan ontbrak te bedekken.
H.Z. de Mildt op de preekstoel, niet zo jong meer, beminnelijk, geen krachtpatser, ziekelijk; kort daarop zou hij met vervroegd emeritaat gaan. Hij preekte met zachte stem, wat lijzig. In de bank rechts van de preekstoel zaten de ouderlingen, in de bank links ervan de diakenen.
Zijne dienaren, welke in die dagen nog lijfeigenen of slaven waren, spraken meermalen over hun jongen meester, van wien zij om zijn beminnelijk karakter allen veel hielden. En 't zou nog erger worden. Tusschen de beide broeders ontstond een nieuwe twist, waarvan de wederkeerig uitgeleverde gijzelaars de treurige slachtoffers werden.
Een heilige eerbied tempert het medelijden, zoo het blijkt dat hij zijn vaderland verlaten heeft, om in verre streken een vromen pelgrimstocht te volbrengen: maar louter om stoffelijk belang zoo verre van het vaderhuis te zwerven, is iets waarvan mijn beminnelijk gezelschap zelfs geen flauw begrip heeft.
Ik twijfel niet, beste vriend. Hoe heet je? vroeg Plinius aan Cecilius; trots zijn jeugd, even dertig jaar, had Plinius een kalme waardigheid over zich, dat van den vroegeren Romein; iets deftigs, dat toch beminnelijk bleef, omdat het zoo geheel natuurlijk ademde uit zijn voorname uiterlijk, klonk in zijn kalme, wat hooge stem. Cecilius, alleredelste heer, antwoordde Cecilius. Martialis lachte.
Hij is in mijn oogen zoo degelijk èn beminnelijk als iemand maar zijn kan." "Nu," zei Elinor glimlachend, "zijn beste vrienden zouden niet onvoldaan kunnen zijn met zulk een loftuiting. Mij dunkt, met méér warmte hadt je je moeilijk kunnen uitdrukken." Marianne was blij, dat haar zuster zoo gemakkelijk bleek te voldoen.
De goede Boges wenscht u een ongestoorde rust. Houd u goed, geknakt bloempje, bonte adder, die zichzelve wondde, gevallen pijnappel." »Onbeschaamde!" riep de koningsdochter in hare verontwaardiging. »Ik dank u," antwoordde het lachende monster. »Ik zal mij over uw gedrag beklagen!" dreigde Nitetis. »Wat zijt gij beminnelijk!" antwoordde Boges. »Verwijder u uit mijne oogen!" riep de Egyptische.
En toch geloof ik, dat zij, die denken zoo als uwe ouders, en zoo denken een groot aantal personen met wie ik dagelijks verkeer, Lidewyde onder anderen, toch geloof ik dat hetgeen hen en haar beminnelijk maakt eene onwillekeurige hulde aan de regtzinnigheid is.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek