Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
Alle stemmen riepen: "Wij hebben de matras!" "Ja," zei Combeferre, "maar wie zal ze halen?" De matras was inderdaad buiten de barricade tusschen de belegerden en de belegeraars gevallen.
De aandacht der woelige Bruggelingen werd hierdoor ogenblikkelijk van Deconinck getrokken en tot de wapenbode gewend. Deze riep de belegerden aldus toe: "In de naam van onze machtige Vorst Philippe van Frankrijk, wordt het u, oproerige onderdanen, door mijn Veldheer De Chatillon gevraagd, of gij de stad op zijn genade wilt overgeven!
Front-de-Boeuf is aan het hoofd der belegerden; ik zie zijn reusachtige gedaante boven den hoop uitsteken. Zij dringen wederom naar de opening, en de doortocht wordt hand tegen hand en man tegen man betwist. God van Jakob! zoo ontmoeten elkander twee woedende stroomen, zoo bruisen twee door winden bewogen zeeën tegen elkander."
't Had maanden aaneen gevroren, en de Spanjaarden, die nog altoos Haarlem belegerden, hadden ontzaglijk van de koude geleden. En niet alleen van de koude, maar ook de dappere Haarlemmers hadden er het hunne toe bijgedragen, om het den vijanden kwaad te maken. Don Frederik, die zijn intrek genomen had in het Huis Ter Kleef, bij Haarlem, had meermalen beproefd, de stad door storm te nemen.
Al de huizen rondom de Markt en het Begijnhof werden door het vuur tot de grond vernield . De Kortrijkers belegerden het kasteel met veel moed en onversaagdheid, echter was het hun niet mogelijk de Fransen zonder andere hulp te verjagen; met het droevig vooruitzicht van hun stad weldra gans te zien afbranden, zonden zij een bode naar Brugge, om Mijnheer Gwyde dringend om bijstand te smeken.
Agger, Choma, is de naam van elke door menschenhanden opgeworpen hoogte, hetzij deze tot dam, wal of iets anders dient. Ten einde het werk te bespoedigen, werd tot het opwerpen van zulk een agger niet enkel aarde, maar veel hout en takkenbossen gebezigd, zoodat de belegerden er soms in slaagden, het werk door brand te vernielen.
Weldra brandden zij dan ook los en beukten de eerste kogels tegen den torenmuur. De zware dreun bracht niet weinig schrik en ontsteltenis onder de belegerden, maar Van Schaffelaar wist hen spoedig te bemoedigen. "Houdt moed, dappere ruiters, en vreest die kogels niet!" riep hij hun toe.
Van krygstuig, voorraad enz., wasze alles wel voorzien. Die van de stad wenden vervolgens alles aan wat hun dacht dat den vyand zoude krenken. Waarom de Prins zyn begravinge van verre moest neemen, en aldaar zyne batteryen opwerpen, mits digt onder de stad de belegerden tegen-batteryen maakten; hebbende 400 groote tonnen met buskruit en geschut meer, als andere steden.
Het vurig begeerde convooi, dat, aangezien men in de vasten was, grootendeels bestond uit haringen, kon verder rustig zijn bestemming bereiken. Na dezen grooten tegenslag laten de belegerden den moed zinken. Regnault de Chartres verlaat de stad en begeeft zich naar den koning.
Wanneer zij er in slaagden, die bres te bekronen, te overschrijden, en wanneer zij zich in de stad konden verspreiden, dan waren de belegerden te zwak om krachtigen wederstand te kunnen bieden. Dan waren dezen genoodzaakt, om de plaats te ontruimen. En met de bloeddorstige geaardheid van die zeeschuimers, zou de overwinning dadelijk door een algemeenen moord gevolgd worden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek