United States or Rwanda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu de strijd gewonnen was, nu de banden des Vaderlands gebroken waren, juichten de opgetogen Vlamingen met blijde kreten: "Vlaanderen de Leeuw! Wat wals is, vals is! Zege! Zege!" En dan antwoordden de Ieperlingen en Kortrijkers van de stadwallen met nog krachtigere galmen.

Zodra het leger zich binnen de muren geschaard had, brachten de Kortrijkers alle slag van eetwaren, ganse vaten wijn schonken zij hun vermoeide broeders voor, en bleven de gehele nacht bij hen op de vest; het zou onmogelijk geweest zijn de omhelzingen, die zij in hun vervoerdheid elkander gaven, te tellen.

In stede van zich door goede behandelingen bij de burgerij lijdelijk te maken, begingen deze bijeengeraapte krijgsknechten alle soorten van gewelddadigheden, maar dit verveelde de Kortrijkers spoedig.

De verrader Van Lens heeft zich op het kasteel begeven, hij schiet dagelijks met vlammende pijlen op de huizen, en reeds is het rijkste gedeelte der stad in as gelegd. Mijnheer Arnold van Oudenaarde is de Kortrijkers bijstand komen geven, doch hun vijanden zijn te talrijk.

Tegen de avond op het ogenblik dat zij met hun spaden naar de hutten gingen, rees de schreeuw "Vlaanderen de Leeuw!" opnieuw boven de muren van Kortrijk, iedereen liep terug naar de verschansing om te zien wat er te doen was. Zodra zij hun ogen buiten de legerplaats gewend hadden, antwoordden zij met luider en blijder kreten op de roep der Kortrijkers.

Hij hoopte dat de waakzaamheid der Vlamingen enigszins zou verminderen, en dat hij de gelegenheid zou kunnen vinden om een bode naar Rijsel in het Franse leger te zenden. Arnold van Oudenaarde, die enige dagen vroeger met driehonderd man tot bijstand der Kortrijkers was gekomen, had zich onder de stadswallen op de Groeningekouter, omtrent de Abdij, met zijn volk neergeslagen.

Al de huizen rondom de Markt en het Begijnhof werden door het vuur tot de grond vernield . De Kortrijkers belegerden het kasteel met veel moed en onversaagdheid, echter was het hun niet mogelijk de Fransen zonder andere hulp te verjagen; met het droevig vooruitzicht van hun stad weldra gans te zien afbranden, zonden zij een bode naar Brugge, om Mijnheer Gwyde dringend om bijstand te smeken.

De dankbaarheid der Kortrijkers en hun vurige vriendschap vergrootte de moed der Bruggelingen zeer, want altijd wordt der mensen ziel bij edele gevoelens verheven.