Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
De baai is bekoorlijk mooi. Tusschen den vasten wal, een ver vooruitspringende kaap, en een rij eilandjes, in langen zwaai zich strekkend, ingesloten, ligt zij, zoo vreedzaam als een groot meer, het strand, de huizen en de groene heuvels daarachter te spiegelen.
Uw dienaar, mijnheer Diégo, dat de hemel u behoede! Wat zijt gij bekoorlijk! Heilige Agnes, ik wou dat ik nog vijftien jaar was, dan zou ik u niet opzoeken voor anderen!" Bij die woorden verwijderde de oude zich. Gij kunt u verbeelden hoe deze boodschap mij opwond. Weg was alle moraal van Marcos.
Op die afgrijselijke sneeuwvelden reikhalsde ik vaak naar u en mijne dierbare zusters; en dan verrees vaak het beeld van ons bekoorlijk boschje voor mijnen geest." Zij gingen in den tuin, en doorwandelden onder gesprekken, die van innige liefde getuigden, de lanen van het naburige boschje. Reeds ging de zon onder, en hare stralen kleurden bloesems en bladeren rood. Alles was kalm en stil.
Gezeten in de schaduw bij de herberg Donnerwirth, bewonderen wij de andere zijde van de Alpen van het Ennsdal en de onmiddellijker omgeving, die een bekoorlijk hoekje is met een klein wit kerkje, dat al van 1310 dagteekent en in een nestje van groen is gelegen onder rotsen, gelijk aan ruïnen van oude kasteelen.
Hoe bekoorlijk het landschap ook zij, toch draagt het eenigszins een ernstig karakter: niet verre immers is de antieke kloof der Flavion, het eerste voorhistorische station des lands.
Nenehofra kuste zijne handen. Gij zult hem hebben, vervolgde Oretes, en hij u, en niemand zal u storen, een geheel jaar lang. Zij viel aan zijne voeten. Hij hief haar op en kuste haar, en de rozen keerden weer op hare wangen, en de lach kwam terug op hare lippen. Een geheel jaar woonden Nenehofra en Barbec, de tuinier, op het drijvend eiland. Geen oord zoo bekoorlijk.
Men kan te Radevtsi twee dingen duidelijk onderscheiden, een bekoorlijk bulgaarsch dorpje, waar het wemelt van heerlijke schildersmotieven, en twee kilometer verder een steenkolenmijn, waarvan men maar enkele gebouwen ziet en een eindje spoorweg, terwijl al wat er verder bij behoort hoogerop in den berg verscholen ligt achter een zwaar beukenbosch.
Zeker, wat er verkeerd en ziekelijk is in de eigenschap, die zij bedoelde, had zij niet, maar het goede, het gezonde er van had zij; het was het afwijken van den gewonen flauwen sleur, een eigenaardig zijn en denken, met eene zachte tint van eigen geestigheid overgoten, genoegzaam om aardig en bekoorlijk te zijn zonder te hinderen.
Als machines gingen ze vlak achter elkaar langs het stoffige pad; geen mogelijkheid ze naast elkaar te laten gaan over het gras, noch minder ze te laten draven of galoppeeren. Langzamerhand werden de bebouwde velden schaarscher, het werden uitgestrekte provinciën, daarna een bekoorlijk bosch. De zon was reeds achter den Fuji verdwenen, doch nog niet ondergegaan.
Het landschap zag er hier vriendelijker uit, en een boschje van populieren en wilgen, in de buurt van menschelijke woningen, anders zulk een ongewoon verschijnsel niet, kwam mij werkelijk als een bekoorlijk plekje voor, wel waard om gephotographeerd te worden. De hutten der bewoners echter waren vooral merkwaardig door hun zonderlingen vorm en hun armoedig voorkomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek