Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 oktober 2025
Sprotje, de voeten als twee gedweeë beestjes naasteen op een stoof, ver achter op de zachte trijpen zitting gezeten en haar pijnlijk ruggetje rondend in de gebogen leuning, was stil en dankbaar en stopte kousen. En sinds zij zich wat thuis voelde, zat haar hoofdje ook vol kleine zorgjes en bekommernissen voor het gezin, waarin ze nu verkeerde.
Weder dezelfde voorbereiding en toen beide hanen losgelaten konden worden, ging één er van, zoo snel pooten en vleugels hem voeren konden, op den loop naar de uiterste hoek van het gebouw, waaruit hij slechts met de grootste moeite verdreven kon worden. Nog eens werd het met deze beestjes geprobeerd, maar 't verstandige dier koos weder zijn leven boven de schande van een nederlaag.
De dokter sprak haastiger nu, met een sneller slag, "weet dat wel.... en geloof ook maar niet, dat uw agonie, par exemple, zooveel zachter zal zijn dan van die beestjes.... en in geen geval korter, monsieur Badaud.... Voor Antonio is dat wat anders, die zal er gauw uit zijn, die zal nog eens doodblijven in een apoplexie.... mijn God, wat lacht die man!" "Ah, docteur, wat zijt ge weêr sinister."
Zij hadden zoo hun geheimpjes, hun verdoken plezier en hun kameraadschappelijke verstandhouding. Als kraaiend kindje had Albertken reeds blijken gegeven van eendere nijgingen die Snepvangers ontroerden. Hij was verzot op honden, riep tegen al de beestjes even vriendelijk: Dag hondeken! Hij kon spelen met spitsken zonder het maar een oogenblik te verbalemonden, was wijs en teeder tevens.
"Maar," antwoordde Nab lachende, "die beren zouden er misschien niet in toestemmen, Pencroff, om u hun pels te leenen. Die beestjes zijn ook geen heiligen!" "Wij zouden ze er wel toe noodzaken, Nab; wij zouden hen wel dwingen," antwoordde Pencroff op een toon van gezag. Maar die groote vleeschetende dieren huisden niet op het eiland, zij hadden er zich tenminste nog niet laten zien.
In de laatste jaren was wat er na de runderpest was overgebleven, weggeschoten door de mijnwerkers. Er waren intusschen nog enkele kleinere soorten van antilopen, snelle en wantrouwige beestjes, die zich gemakkelijk in het struikgewas kunnen verbergen.
Er kwam een oude haas geloopen, daarop legde hij aan; maar de haas riep: «Lieve jager laat mij leven, 'k Zal u ook twee jongen geven,« en zij sprong het bosch in en bracht twee jongen; maar de beestjes waren zoo aardig en speelden zoo vroolijk, dat de jongens het hart niet hadden ze te dooden. Ze hielden ze bij zich, en de kleine haasjes volgden hen op den voet.
De beestjes, die nu de vrijheid zoo onverwacht terug gekregen hadden, begonnen daar dadelijk gebruik van te maken, door tegen de mand op te klauteren en over den rand te gaan loopen. Zij spreidden af en toe de vleugeltjes uit met het vaste voornemen, straks het luchtruim in te snellen.
Zoo goed als het kon richtten wij ons in voor dien nacht en bereidden ons op niet-slapen voor. Dat mijne metgezellin nu en dan eens even insliep, moest zij betalen met aan hals, armen en gezicht onmiskenbare teekenen te vertoonen, dat zij in nauwe aanraking is geweest met dat zekere soort van platte beestjes, die men bij ons in een "Grand Hotel" niet verwacht en ook zelden aantreft.
Geweldig hoort het concert der krekels aan; deze dieren zijn zoo groot als een kleine stok, en hebben schijnbaar een reusachtig orgaan, het geluid van deze millioenen beestjes welke zich in de boomen bevinden, doet eenigszins denken aan het zingen van een reusachtige stoomketel en maakt een vreemden indruk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek