United States or Croatia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dan strooit men er 3 o., 7 1/2 l. gezifte suiker en 6 1/2 l. geraspte chocolade in, en daarna 2 o. gestampte en gezifte stijfsel; nadat deze zich goed met het overige vereenigd heeft, slaat men niet meer, en bakt de biscuit volgens No. 29.

Men maakt farci volgens No. 15 en van 2 1/2 o. meel een feuilletédeeg; men brengt de pastei in orde volgens No. 6, bakt haar 1 1/2 of 2 uren in den oven, en dient haar voor met dezelfde sausen als No. 15. Stokvischpastei. Hiervoor maakt men een boterdeeg van 1 p. meel, verdeelt het in 2 stukken en rolt die uit.

Ragoutpasteitjes. 2 1/2 o. fijngehakt kalfsvleesch of vleesch van gebraden vogels, wordt tot farci gemaakt, met 6 gehakte ansjovis, 2 lepels kappers, ruim 1 o. boter, 5 eijerdoijers, ruim 1 o. in bouillon geweekt en uitgedrukt wittebrood, eenige lepels goeden jus, wat zout en het geklopte wit van 2 eijeren. Hiermede vult men de pasteikorsten en bakt ze een kwartier. Zwezerikpasteitjes.

Men klopt de dooiers van 8 eieren en de witten afzonderlijk, roert eerst de geklopte eierdooiers en daarna het stijfgeklopte wit der eieren door het deeg, dat men vervolgens in een bakvorm doet, die eerst met boter of olie is ingesmeerd. Men bakt den koek in een matig warmen oven gedurende 1 1/2 of 2 uur. Evenveeltjes.

Daarna doet men het deeg in een vorm, die met een weinig olie of boter bestreken is of men geeft, als het zoo lang gerezen heeft, dat er "stand" in het deeg is, er den begeerden vorm aan, bestrooit het deeg nog wat met boekweitemeel en bakt het op een plaat, die ook met wat meel bestrooid is. Het is vooral van belang, dat het deeg de meeste hitte van onderen ontvangt.

Zoo is dus Jezus het Brood der gerechtigheid, dat uit den hemel gereed en toebereid voor u is nedergedaald. En wie nu naar gerechtigheid hongert, kneedt en bakt geen brood van eigengerechtigheid meer, maar eigent zich door het geloof, als door den mond der ziel, dit »Brood uit den hemel« toe.

Als men ontdekt, dat de onderzijde bruin genoeg is, keert men de koek om, laat er langs den kant van de pan nog een stukje boter onder glijden, en bakt, al schuddende, ook de andere zijde bruin; dit keeren geschiedt het best met een zoogenaamd blikken koekenmes, dat eenigszins den vorm van een troffel heeft en zoo breed als eene hand is.

Eerst klopt men de eijerdoijers een kwartier lang met de suiker, de snippers en de kaneel; dan slaat men er het stijve eiwitschuim, benevens de chocolade, en eindelijk de stijfsel door. Als alles goed dooreen geslagen is, giet men er den brandewijn in, en voegt er het hertshoornzout bij. Men bakt den koek als zandkoek en glaceert hem volgens No. 10. Chocoladebiscuit.

Deeze wormen hebben de gedaante en grootte van een menschenduim. Welk walgelyk voorkomen zy ook hebben mogen, eeten 'er verscheiden lieden met smaak van, en men verkoopt ze ten allen tyde te Paramaribo: men bakt ze in de pan met boter en een weinig zout; of men braad ze, en rygt ze aan kleine houte pinnen.

Men vormt de koekjes in vormpjes of met de hand tot balletjes en drukt ze met een vork plat. Bij elk balletje, dat men maakt, moeten handen en vork eerst in het water worden gehouden. Men bakt ze in een matig heeten oven. Zandkoekjes II. Kneed 300 gram bloem, 200 gram boter en 150 gram witte suiker goed dooreen op een niet te warme plaats, anders wordt de boter te week.