United States or Côte d'Ivoire ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Mijn lieve Witt, gij kijkt mij aan, zooals de koe de nieuwe poort aankeek; gij verwondert u over mij en denkt: wat wil zoo'n Stemhager raadsheer? Wat weet die van krijgskunst? Mijn lieve Witt, gij kneedt uw deeg met de vuist in een' baktrog, ik kneed het mijne met overleg in mijn hoofd.

"Ja, meester heeft die kist daarvoor gegeven, zegt hij, maar ik kneed mijne beschuit wel eens daarop en zet er goed op, en dan is het zoo'n omslag om het deksel op te lichten." "Waarom kneedt gij de beschuit niet daar op de tafel?" "Och, Juffrouw, die staat altijd zoo vol schotels en allerlei dingen, dat er nooit plaats op is." "Maar gij moest uwe schotels wasschen en wegzetten."

Appeltaart II. Kneed 250 gram bloem, 160 gram boter, 80 gram suiker, het geraspte geel van een citroenschil en 2 eieren goed door elkaar. Zet het deeg op een koele plaats. Vul den vorm met het moes van 4 of 5 appelen, dat men gezoet heeft met 40 gram suiker en waardoor men 30 gram fijngesneden amandelen heeft geroerd. Men legt er na de vulling kruisgewijze reepen van het achtergehouden deeg over.

Men vormt de koekjes in vormpjes of met de hand tot balletjes en drukt ze met een vork plat. Bij elk balletje, dat men maakt, moeten handen en vork eerst in het water worden gehouden. Men bakt ze in een matig heeten oven. Zandkoekjes II. Kneed 300 gram bloem, 200 gram boter en 150 gram witte suiker goed dooreen op een niet te warme plaats, anders wordt de boter te week.

Tusschen de lagen legt men marmelade met suiker verdikt vruchtensap en de bovenste laag garneert men. Soezen. Gevulde soezen. Kneed 125 gram bloem en 100 gram boter met een vork goed door elkaar en doet ze dan in 3 deciliter kokend water met wat zout. Blijf roeren tot het deeg van de pan loslaat. Klop, als het deeg bekoeld is er één voor één drie eieren door. Hoe langer men klopt, hoe beter.

Men klutst eenige eieren, doet op ieder ei een lepel melk; hierin weekt men halve beschuiten of licht geroosterde sneedjes oudbakken wittebrood. Men bakt die met boter en bestrooit ze met witte suiker. N.B. Het overblijvende nat kan men voor pannekoeken of voor ander gebak gebruiken. Zandkoekjes I. Kneed 500 gram meel, 380 gram boter, 200 gram suiker en een ei goed dooreen.

Bladdeeg II. Neem 200 gram bloem en 200 gram zuivere roomboter. Kneed 130 gram bloem met 65 gram boter. Bestrooi kneedplank en rol met bloem. Rol het deeg dun uit en leg er een gedeelte van de overgebleven boter op. Vouw den lap deeg in drieën, zoodat het rechter- en linkerdeel op het middelste gedeelte komt te liggen.