Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Ik denk, dat zij ons waarschuwen wilde: om den ring vond ik een wolvenhaar gewikkeld: als wij uitrijden naar Atli rijden wij naar wolven heen." Geen van Goenthers bloedverwanten spoorde hem aan, en geen enkele van zijn vertrouwde raadslieden, noch een der machtigen uit het land raadde hem aan naar Atli te rijden. Zooals het een koning past sprak Goenther vol moed luide door de drinkhal: "Ik ga!

Het ware beter, wanneer gij dagen lang in het zadel gezeten hadt en gereden waart door de felle zon, en geesten liet klagen bij kille lijken, en vechtenden Hunnenvrouwen smaad hadt bereid, en Atli naar een slangengraf gesleept hadt, waarin gij nu wordt geworpen."

De twee vrouwen werden groote vriendinnen en hier vertoefde Goedroen vele jaren, terwijl zij zich bezighield met het borduren op een tapijt der groote daden van Sigurd, en zij zorgde voor haar dochtertje Swanhild, wier heldere oogen haar levendig den echtgenoot herinnerden, dien zij verloren had. Atli, koning van de Hunnen.

De heks zeide hem: "Ringgerd heet ik, de dochter van Haat. Mijn vader heeft zich menige bruid uit de burchten genomen, voor Helgi hem doodde. Want hij was de machtigste onder de reuzen." Atli wist, dat het haar plan was de schepen te vernietigen, als zij er ongemerkt dichtbij kon komen, of wel, afwachtend onder het water, ze om te werpen en zoo te doen zinken.

Goedroen nam nu den beker, dien Grimhilde haar nogmaals aanbood, en zij dronk hem leeg terwijl zij zeide: "Door bloedverwanten word ik gedrongen. Nooit zou Atli mij geluk aanbrengen, en als hij mijn broeders krenkte, zou het niet tot heil van zijn kinderen zijn." Toen Goedroen gedronken had, was zij Siegfried en al haar leed vergeten, en zij wilde met Atli trouwen.

Hoe hoog verheven gij u ook acht, niemand is met hem te vergelijken. Maar Atli bedreigde mij in het geheim: niets van wat mij toebehoorde zou ik behouden, geen goud en geen land en niets van de sieraden, die mij als kind waren geschonken, zoolang ik ongetrouwd zou zijn. En ik dacht, dat gij door het vuur kwaamt gereden, dat gij deze heldendaad volbracht.

Goenther antwoordde: "Nu is het te laat om de Nevelingen bij elkander te roepen, het is te ver om mijn mannen tot het gevecht te halen, de onverschrokken helden van den roodrotsigen Rijn." Toen kwamen de mannen van Atli te voorschijn, en zij riepen: "Het was reeds lang besloten uw leven te belagen." Tevergeefs trachtte Goedroen den vrede te bewaren, en allen riepen: "Neen."

Ortroens klacht staat buiten de Siegfried- en de Goedroensage, sluit zich echter zeer nauw, vooral bij deze laatste aan. Het schijnt een, uitsluitend in het Noorden bestaand gedicht te zijn, dat den strijd van Atli en Goenther nader tracht te verklaren. Goenther beminde Ortroen, toen deze nog kind was, maar trouwt met Brunhilde, haar oudere heldenzuster.

Daar, aan den anderen oever, vond hij een huis, waarvoor een groote vogel zat, die er de wacht moest houden, maar ingeslapen was. Atli schoot den vogel dood, ging het huis binnen en vond daar Sieglinde, de koningsdochter, en Alof, de dochter van den edelman.

Zij ging naar hare beide kinderen, die angstig weggekropen waren, en zij zeide tot hen: "Ik kom u het leven ontnemen, dat lust mij sinds lang." En zij sloeg beiden het hoofd af. Na den moord op Goenther liet Atli zijn paarden terugdraven naar huis. In den hof was een luid gerucht van stampende paardenhoeven en van het wapengekletter der mannen, die van den moord uit het woud gekomen waren.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek