Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 mei 2025
Wat nu de verhouding tusschen "Le Morte Arthur" en de vertolking onzer sage in Malory's prozawerk betreft, zoo is door sommige geleerden de stelling opgeworpen, als zou de laatste aan het Middel-Engelsche gedicht zijn ontleend.
Maar Arthur luisterde nauwelijks naar zijne woorden; reeds woelden duizenden gedachten en voornemens door zijn brein en vóór alles vroeg hij zich af, wien hij onder zijne ridders zou belasten met de eervolle opdracht om bij koning Leodogran aanzoek te gaan doen om Ginevra's hand en de jonge prinses naar zijne hoofdstad te geleiden.
Toen hij mij zoo hoorde praten en hem uitleggen hoe hij gemakkelijk eene les kon leeren, die hem eerst zoo moeilijk toescheen, zag Arthur mij met ontzag en zelfs eenigszins vreesachtig aan, alsof hij nog niet overtuigd was van de waarheid van hetgeen ik zeide. Na eenige oogenblikken van aarzeling, was hij echter gereed.
Koning Arthur vooral was zeer teleurgesteld, dat hem de kans werd ontnomen om kennis te maken met den man, die zich zoo meesterlijk in den strijd gedragen had. Zijne geheime hoop om dien vreemdeling voor zijne Tafel Ronde te winnen, moest hij nu ook opgeven.
Dat wij Walewein inderdaad zoo mogen noemen blijkt onder meer uit het feit, dat hij in de Middel-Engelsche letterkunde de eenige figuur is, behalve dan koning Arthur zelf die een kring van ridderromans om zich heen verzameld heeft, bestaande uit niet minder dan elf gedichten.
Hij wilde mij voorstellen Arthur weer vrij te laten, mits ik bij testament hem mijn bezittingen afstond. Hij wist wel, dat ik nooit zou kunnen besluiten de hulp van de politie tegen hem in te roepen. Ik zeg, dat hij mij zulk een voorstel wilde doen, maar hij werd er van afgebracht, omdat de gebeurtenissen elkander te snel opvolgden en hij geen tijd had zijn plannen ten uitvoer te brengen.
Zie, hoe dit zwaard in zijne ridderlijke hand bliksemt.... Let op, let op, daar is de reus Carabos!... Ha, ha, zijn leeuwenhoofd rolt in het zand!... Moed, Arthur, moed: ik hoor den zevenhoofdigen draak uit den afgrond opstijgen en om wraak huilen.
Hoezeer het koning Arthur ook leed deed zijne gemalin alleen achter te laten, toch zag hij in, dat het niet anders kon. Maar nog eene andere teleurstelling wachtte hem. Daags voor zijn vertrek kwam Lanceloet, de dapperste zijner ridders bij hem en verzocht hem om van deelname aan het tournooi te worden vrijgesteld.
Ik ken ze! riep hij, en hij heeft ze mij geleerd. Mevrouw Milligan zag me eenigszins verwonderd aan, en zij zou mij zeker iets gevraagd hebben, toen Arthur, zonder dat zij het hem vroeg, de fabel van "de wolf en het lammetje" begon op te zeggen. Hij deed dit opgewonden en vroolijk, zonder een oogenblik te haperen en zonder een enkele fout.
Koning Arthur, wiens wonderbaarlijke heldendaden, beschreven in de gloeiende bewoordingen der oude Keltische verhalen, hem bij uitstek geschikt maakten om als held te worden vereerd, voldeed door zijn strijden voor het Christelijk geloof aan de eischen van hen, die vóór alles eene godsdienstige strekking zochten in de oude verhalen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek