Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 oktober 2025


Had Aquaviva een oogenblik te voren het hoofd gebogen voor de magt van den Keizer, thans had hij te bukken voor een ander overwigt, voor dat van Akbar's zedelijke meerderheid. De godsdienstijveraar, de hartstogtelijke dweeper zelf gevoelde het.

Hij zocht troost voor zijne vele teleurstellingen en ergernissen in het schrijven van zijn Moentak-hab-oet-Tawarikh, waarin hij zich bitter bleef beklagen over Akbar en dapper voortging op Aboel Fazl en Feizi te schelden, die hem nooit kwaad hadden gedaan. De Padre Aquaviva keerde niet te Agra terug; anderen kwamen er later zijn werk weder opvatten.

Dan hernam Aquaviva, blijft ons niets anders over dan te bidden tot den Heer, dat een wonder van Zijne hand datgene wrochten moge, wat onze ijverige maar nog te zwakke pogingen niet tot stand mogten brengen. En dat gebed, ik ben er zeker van, zal in 't eind niet onverhoord blijven.

Wat dunkt u, vriend Feizi! is het niet zoo? Gij zijt een man van bedaard verstand, en niet zulk een idealist, zoo als ik, even als onze eerwaarde Aquaviva, mij wel eens betoon. Wij hebben dus prijs te stellen op uw oordeel.

Ook Rodolpho Aquaviva begaf zich op zijn beurt tot den Mogol en, een prachtig gebonden Latijnschen Bijbel in de hand houdend, wilde hij dien op de gebruikelijke wijze nederleggen, toen Akbar zelf opstond, een paar schreden voorwaarts deed, en het boek persoonlijk uit handen van den zendeling aannam. Wij danken u, Eerwaarde Vader! zeide hij, voor uw wélgedachte geschenk!

Ik wil hopen, voegde hij vragend er bij, dat de reis u niet al te zeer zal hebben vermoeid? Ik ben Uwe Majesteit dankbaar voor die belangstelling, antwoordde Aquaviva; gelukkig hebben wij den togt zonder ongevallen kunnen volbrengen, hoewel mijne gezondheid anders veel te wenschen overlaat. Maar de nietige mensch behoort te dragen wat de Heer over hem beschikt.

Hoe, wat? kon Aquaviva zich niet weerhouden in de grootste ontsteltenis uit te roepen, die gruwelijke afgoderijen! Ik erken, hernam Akbar bedaard, dat er bij zijn, waarop die benaming wel toepasselijk is. Maar dat is toch lang niet met alle het geval. Niet waar, Feizi?

Zeer zeker, het kon niet worden ontkend dat er waarschijnlijk zoo met Akbar zou gehandeld worden, indien de omstandigheden werkelijk waren zooals hij ze nu voorstelde. Maar, Sire! stotterde ten laatste Aquaviva, dat alles is nu immers het geval niet! En wie kan zich Akbar, den grooten Keizer van Hindostan, denken als onderdaan van een onzer vorsten? Zeker, dat gaat niet; gelukkig voor mij!

Wel, hernam Aquaviva, de waarheid is ons immers geopenbaard door Jezus Christus, den Zoon van God. Zoo zegt gij! was het antwoord; maar nu zegt mijn vriend Abdal Kadir, de Islamiet, dat ze hem is geopenbaard door Mohammed, den grooten Profeet. En dat uw Christus werkelijk Gods Zoon was, zoudt gij toch eerst dienen te bewijzen, eer ge op hemzelf als zoodanig u beroepen kunt.

Of de eerwaarde Aquaviva het hiermede geheel eens was, mogt onzeker heeten; maar in elk geval diende hij Feizi wel aan het woord te laten, toen deze begon: Ik geloof niet, Sire! dat Uwe Majesteit eene bevestiging Harer woorden mijnerzijds behoeft.

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek