Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juni 2025


O Tempores! o Mora! De Huurkoetsier. De eerste schemering van den morgen ligt over de academiestad. Hier en daar verspreidt het gloeiende pitje van nog een enkele réverbère een noodeloos licht. Alles slaapt nog op de Breestraat.

Uw u liefhebbende oud-leeraar, Heidelberg, 25 November 1913. Geliefde gemeente! Vanaf 16 November ben ik tot op heden elken dag geregeld behandeld, behalve Zaterdag 22 November. Op dien dag was 't de Diës der Universiteit, en ieder Leidenaar weet, wat dit voor een academiestad beteekent.

In de 16de eeuw leefde in de Academiestad Leiden Dirk Outgers Cluijt welke veel bijdroeg tot de bevordering der kruidkunde in Nederland. Ten jare 1598 verscheen van hem een werkje "Van de Biën haeren wonderlycken oorspronck enz." dat meerdere uitgaven beleefde.

Hij moest dankbaar zijn, dat hij zoo spoedig na zijne promotie eene eervolle betrekking gevonden had. De geschiedenis zijner plaatsing aan het ministerie was zeer eenvoudig. André telde vijf jaren, toen zijn vader predikant te Leiden werd. Hij was in de academiestad groot geworden, en had zonder vast plan het gymnasium bezocht. Het bleek binnenkort, dat André een veelbelovend leerling werd.

Hebt ge dat gehoord, groote mannen van den ouden en nieuwen tijd? Nietwaar, dat was een droevig examen in de aloude en wijd vermaarde academiestad.

Weinige schreden verder verrijst voor onze oogen de onlangs vernieuwde Schouwburg, thans onzer academiestad waardig, waar, behalve onze binnenlandsche tooneelgezelschappen, zich ook de Vlamingers, en de Fransche en Hoogduitsche operisten doen hooren.

Later vestigde hij zich metterwoon te Glasgow, waar hij nog beter gelegenheid kreeg om zich te ontwikkelen. Hoewel ook hier in een fabriek werkzaam, vond hij toch gelegenheid in die academiestad de voorlezingen te volgen over wijsbegeerte en theologie, en lessen te nemen in de Grieksche taal en de medicijnen.

En niemand ziet het klamme zweet daar parelen op het dof gezichtje: en niemand hoort er, na zes uren strijds, dat laatste, dat allerlaatste zacht pijnlijke snikje, het snikje dat klinkt als een dankbaar zoetvloeiend ... verlost! En daarbuiten, daar buldert de stormwind als met donderenden weerklank: Vermoord! vermoord! En dát, dát is nu de wonde der arme academiestad. Zij is afgrijselijk!

Wij mogen den lezer, vóór dat wij het point finale plaatsen, eenige kleine ophelderingen niet onthouden. Waarom solliciteerde Van Bavik, behalve de reden uit zijn dagboek vernomen, éérst naar het burgemeesterschap te B. c. a.? Omdat het de eenige vacante post in den omtrek van W. was, en te W. woonde het meisje, dat hij in de academiestad leerde kennen en teeder beminde.

Voor hen is die stad het tooneel, waarop het schoonst bedrijf huns levens, in schier onbeperkte vrijheid, wordt afgespeeld, en wanneer ook zij in de statistieke bijzonderheden der grootte van schier tweehonderd bunders en de drie uren afstands van Den Haag belang stellen, dan dient de eerste om, eens voorgoed, uit te maken dat dit bundertal te weinig ruimte heeft voor een Leidsch student, en de laatste om daaraan de gevolgtrekking te kunnen vastknoopen dat »de vrijster van de buren" gelijk HUYGENS de residentie noemt eigenlijk voor hen niets dan de succursaal der bloeiende academiestad is.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek