Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 mei 2025


Het was in 's wandelaars hoofd nu een kalmte als voor slaap, nu de moordende gedachten niet meer jaagden, nu ook de jacht van zijn hart uit was. Avondrumoer zwom aan in zijn gehoor in een laag spoelen van golven, terwijl hij ging, ging, aankijkend met de al-leêger blikken, den al-bedroomder hemel.

En ze wilde zich, al hem aankijkend, dankbaar toonen. Ze keek hem stil, ongemeen rustig aan. Ze schudde nauw zichtbaar haar moede hoofd. De gasthuisnon gleed voorbij door de zonnestrepen. Née, deed Vere lispelend, ik voel het beter: ik ga weg van u allen.... ik ga sterv Een snik brak het woord. DE ECHTE S

En eindelijk sprak zij over henzelven, over de plechtige gebeurtenis van hun huwelijk en hoe zij zich op zulk een dag als christelijke menschen behoorden te gedragen. "Hét-ulder tot nou toe wel altijd treffelijk gedregen?" vroeg ze plotseling, hen om de beurt met haar slappe, fletse oogen eenigszins wantrouwend aankijkend.

Geen wederzijdsche vragen, klachten noch verwijten. 't Kuipken, die haar al dien tijd niet gezien had en haar veel verouderd en vermagerd vond, vroeg enkel: Hoe goat 't er mee?" En zij, hem even aankijkend, antwoordde, heel gewoon, alleen met ietwat matte, trieste stem: O nog al goed; en mee ou? O, euk nog al goed. Dat was alles.

Toen liep hij haastig naar haar toe, en ze hoorde hem en lachte, hem met glans-oogen aankijkend. Driftig sloeg hij zijn armen om haar heen en kuste haar op den mond. En zij had ook een arm om zijn hals geslagen. Hij kuste haar, met lange zoenen, telkens opnieuw, en hij voelde dat haar lippen warm en week waren en hij dronk haar adem, wankelend van weelde. Zwijgend keken ze elkaar dan weer aan.

Met geweld drong ik dien akeligen bobbel, die me in den keel schoot, terug, dat verdacht branden in mijn oogen; ik beet op de lippen om ze het beven onmogelijk te maken. Zoo stond ik tegenover haar, zwijgend, haar aankijkend met omfloersden blik zij hield l

Ze zou verder wandelen, vragen, net zoolang tot ze gevonden had. Ze liep rechtuit de Weesperstraat in, rondkijkend, beduusd door zooveel menschen. Zachtjes-an sukkelde ze over de stoep, voor elkeen opzij wijkend, iedereen aankijkend of 't soms Willem zou zijn. Dan stond ze weer stil, vragend: "Weet u hier soms een Willem de Boer?" Maar niemand wist 't.

Woord Van De Dag

furieuze

Anderen Op Zoek