United States or Cocos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wat doet gij hier?" zeide de Baron, naar haar toetredende, en haar eenigszins onzacht terugtrekkende: "ga naar uw kamer: hier althans hebt ge niets noodig." "O God! het is dan waar?" zeide Ulrica, sidderend: en haar aangezicht met de handen bedekkende, trad zij snikkend terug.

Van tijd tot tijd kwam er nog eene uitdrukking van zaligheid zijn mager aangezicht beglanzen: het was wel geen lach, maar iets onverstaanbaars, eene geheime gedachte, die zijne oogen meer deed blinken en hem meer van het graf, dat op hem gaapte, scheen te verwijderen.

Ze gingen, traag en zwijgend, naar het hotelterras en de te felle belichting klaterde op hun aangezicht en kittelde in hunne oogen. 's Anderen daags was Francine zeer droef. Ze kon, zei ze, Interlaken niet meer verdragen en Rupert moest, wilde ze van haar reis een plezierig beeld bewaren, dadelijk alles voor het vertrek inrichten.

Het is het oordeel der tijden, dat u die vragen in het aangezicht werpt.

Vooral de heer Kegge was in dit Sst-roepen zeer overvloedig en men kon het op zijn aangezicht lezen dat hij zich in dezen volmaakt onafhankelijk gevoelde, ook van alle mogelijke "groote hanzinnen en adellijke dames."

Daar lag met het aangezicht ter aarde een mensch, die uit het hoofd scheen te bloeden. In zijnen gorgel ratelde de adem als van iemand, die in doodstrijd verkeert. "Hij leeft nog!" riep de baanwachter. "Daar, Mie-Wanna, houd de lantaarn, dat ik den ongelukkige hulp toebrenge, indien het nog mogelijk is."

Zulke overwegingen vervulden mijnen boezem met blijdschap. Voortaan zou ik mij niet meer laten hoonen! Den volgenden morgen, als het licht geworden was, konden wij op elkanders aangezicht de teekens van den strijd bemerken; wij hadden elk een blauw oog, en het aangezicht van mijnen makker was daarenboven met sporen mijner nagelen overdekt.

En al was zijn aangezicht ook van de pokken geschonden, zoodat hij er uitzag, alsof hij met zijn gezicht op een' manden stoel had gezeten, op zijn hoog voorhoofd stond geschreven, en ook uit zijne blauwe oogen kon men 't lezen: "Geen menschenvrees, maar wel vrees voor God!" En hij was een kerel van stavast.

Deze toegang werd aan weerszijden bestreken door een vesting-toren, voor welken zich als schildwacht een reusachtige gevleugelde stier van steen, met een ernstig, baardig menschelijk aangezicht, in liggende houding, verhief . Deze monsters waren eene zinnebeeldige voorstelling van de almacht der goden.

De soldaten verhaalden, dat de muitelingen, met den Bevelhebber gesproken hadden, en hem in 't aangezicht hadden uitgelachen, toen zy hem een bevel hoorden uitbrengen, om geen vuur op hen te geven, maar hen levendig gevangen te nemen.