Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 november 2025


Andere schrijvers vermelden dit voorval, zonder aanwijzing welke overwinning behaald was. Dom. Ahenobarbus, consul in 192, overwon de Bojers. In 190 streed hij in Asia, en had hij een groot aandeel aan den slag bij Magnesia, waarin L. Scipio Antiochus versloeg. Dom. Dom.

Ook BOSSCHA, II 193 vermeldt dit en Mr. VAN HALMAEL bezong dit blijk van huwelijkstrouw in den Alm. v. 't schoone en goede, 1837. BOSSCHA, II 144, 172, 188, 192, 240, 258, 261, 315, 319 env.; Friesche Volks Almanak, 1840, 104; N. YPEIJ, Gedenkschrift van Coehoorn, Fran. 1781; CHALMOT, Biogr. Woordenb. VII 129; KOK, Vaderl. Woordenb. X 366; Levensbes. van Nederl.

Zie Pr. Van Duyse, in het Belgisch Museum V, bl. 192. Vele van deze spreekwoorden vinden wij op de Veluwe weer, in zoo menig opzicht met het zuidelijk volksgebied verwant. Vooral tal van spreekwoorden en zegswijzen, die op den akkerbouw en het akkerleven betrekking hebben, zijn gemeenschappelijk. "Anspan kriigen" heeft te Uddel de beteekenis van een maat, een makker, een medehelper krijgen.

Zij werden ten slotte aangenomen alsmede ook eenige amendementen over artikel 194, dat nu artikel 192 was geworden, maar deze amendementen werden niet van kracht tengevolge van de halsstarrigheid der Eerste Kamer.

Zoude dan voor mij: "de kunst de zin van het leven zijn," "de wereld een ding om afgebeeld te worden"?! Neen, neen, zóó is het niet. Maar elke mensch, die niet geheel van algemeen inzicht is ontbloot, het leven en zijn broeders liefheeft en hen dienen wil, bepaalt zich er toe hen te dienen op die wijze als met zijn aanleg het natuurlijkst strookt. Dan dient hij hen ook 't best. De kunstenaar dus: door zonder bewuste bijoogmerken kunst te maken, en, indien hij tevens criticus is, door [p.192] kunstwerken in hun essentie te doen begrijpen, niets meer. Het wijze exclusivisme van het l'art pour l'art beteekent dan ook niet: de kunst te dienen als ware zij het hoogste in het heelal en het einddoel van menschelijk streven, maar haar zoo te beoefenen als ieder scheppend werker zijn vak beoefenen moet: met volle toewijding aan, met volle concentratie zijner vermogens, terwijl hij werkt en schept, op het werk alleen; zijn aandacht zùiver houdend, opdat hij eens der wereld zijne schepping moge geven, bijna zóó schoon als hij haar van de Natuur ontving. Zóó verricht hij zijn werk het best en zóó dient hij dus 't leven het best. Het is dan ook niet een pueriele opvatting van het leven, gelijk die aan de de-kunst-om-de-kunst-aanhangers caricaturiseerend-vervalschend wordt toegeschreven, maar het is juist het zien van 't leven als een oneindigheid, het is de deemoed tegenover het wijd-overkoepelende leven, dat hen leert zich te bepalen bij hun werk, klein of groot, waarvoor zij voelen geboren te zijn, en als een zijde worm, een kleine spin te zijn, die zijn draadje spant, zijn kleine webje weeft, nièts meer, d

Maar deze depressie is van korten duur, want: "Strenge heeren regeeren niet lang". Over de groeikracht van den Meiregen sprak ik reeds I, bl. 192. Een Vlaamsche weerregel zegt: Als de Mei is koel en wak, Brengt zij veel koren in den zak. Begint in Mei het koren in de aren te staan, dan kan het tegen Sint Jakob gemaaid worden; Zuid-Limburg: Mei ore Sint Joacop kore.

Woord Van De Dag

saamgeklonken

Anderen Op Zoek