United States or Tokelau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Doordat een onbekende liederzanger, wiens naam men wel nooit zal te weten komen, aan het einde van het 12e jaarhonderd de sage uitvoerig in een lied omzette, is zij als een kostbaar overblijfsel van Germaansche epiek bewaard gebleven.

Thomas, dit was slechts een teeken van Grotius' protestantisme, niet van dweperij of fanatieken haat tegen al wat roomsch was. Integendeel de roomsche wetenschap, als wij dit woord mogen gebruiken, was hem lief en bijzonder de wijsheid der "school". Even gelijk Erasmus, haatte Grotius wel het gefilosofaster der 15e en 16e eeuw, maar niet de wijsbegeerte van de meesters der 12e en 13e eeuw.

Bij de oude feudale families van Egypte, onder de 11e of 12e dynastie, dus drieduizend jaren vóór onze jaartelling, weten wij, dat de hoofden van den stam geheele legers onderhielden, die zij wapenoefeningen lieten houden, aan schijngevechten en belegeringen lieten deelnemen en met wier hulp zij werkelijk oorlog voerden en alle wreedheden pleegden, die daarmede gepaard gaan.

De Heer EYCK TOT ZUYLICHEM te Utrecht heeft in de Vrije Fries, V 163, eene Beschouwing van den Bouwtrant van eenige oude Kerken in Friesland gegeven, waarin hij de gewone, nog onveranderde bouworde onzer dorpskerken zeer merkwaardig noemt, als behoorende tot den Romaanschen of Oud-Gothischen bouwtrant, met ronde koorsluiting, van niet later dan de 11e of 12e eeuw.

XIII, is de oorsprong van de Lanceloet-legende te vinden in een van die vele Bretonsche liederen, de beroemde "lais bretons", welke de minnezangers van Wales en Bretagne in de 12e eeuw plachten te zingen in de kasteelen der Normandische en Fransche edelen en die zooveel hebben bijgedragen tot de verspreiding der Arthur-sagen.

Hoe het zij, het gedicht zelf dateert in ieder geval uit het tijdperk tusschen het midden van de 12e en het midden van de 13e eeuw. Het manuscript is in een vrij verminkten en beschadigden toestand. Het begin en de titel zijn verloren gegaan, er mist een blad uit het midden, en het einde is slordig bijgeplakt door een onbekwame hand.

Het was de onchristelijke ~wraakzucht~, de onverzoenlijke haat, de erfelijke veeten, welke voedsel vonden in den woesten, onbetemden volksaard en ras beleedigde eerzucht, die, onder al de vermelde omstandigheden, tusschen heerschzuchtige edelen en het volk, en vooral tusschen de adellijke geslachten onderling, eene verbittering deden ontstaan, welke in het laatst der 12e eeuw uitbrak in de grootste aller rampen, in den Burgeroorlog.

Het slot Herkestein, waar in 1426 de Engelschen en de Hoeksche edelen, die vrouwe Jacoba getrouw waren gebleven, moesten onderdoen voor de Kabeljauwschen, is geheel verdwenen, zoodat men zijn plaats niet meer weet; Looperskapelle en Klaaskinderenkerke zijn van dorpen gehuchten geworden, en van het klooster "Bethlehem bij de duinen van Schouwen", dat in de 12e eeuw gesticht en in 1572 door de Watergeuzen verbrand werd, is ook niets meer over; alleen is de naam nog bewaard voor een hofstede.

Saneha nu was een ambtenaar onder den eersten koning der 12e dynastie, Amenemhat I. Toen Amenemhat stierf en zijn zoon Senusert I den troon beklom, verborg hij zich, op gevaar af ontdekt te worden, op een plaats, waar dichtbij een zeker gezantschap in het geheim ontvangen werd, terwijl zijn koninklijke gebieder wenschte, dat het daar behandelde onbekend zou blijven.

Wij moeten twee tijdperken onderscheiden in de behandeling van het Arthuriaansche thema in Frankrijk. Het eerste: dat der romans in versmaat, valt in de tweede helft der 12e eeuw, het tweede: dat der proza-romans, in de eerste helft der 13e eeuw.