United States or Democratic Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


VALENTIJN. O ja, mijn vorst. HERTOG. Zoo laat me uw mantel zien, Ik schaf er mij een aan van zulk een lengte. VALENTIJN. O, ied're mantel kan u dienen, heer. HERTOG. Hoe hang ik zulk een mantel mij wel om'? Ik bid u, laat mij dien van u beproeven. Wat is dat voor een brief? Aan wie? "Aan Silvia"! En hier een werktuig, juist als ik behoef. Ik ben zoo vrij het zegel te verbreken.

Ik zal u wreken: Ja, schoon mijn woedende arm den afgrond op zou breken, Haar, wapens vordren, meer verdelgend dan het zwaard Des Engels, dat om hoog ond Edens poort bewaart! Rijs, vader Hanoch: rijs ter grafsteê uit! Omwemel Uw afkomst met uw schim! Omnevel' zy den hemel! Neem uw bescherming weêr, maar, schaf my 't zoet dier wraak, Dat de allerlaatste Reus van mij den doodslag smaak!"

Den derden dag waren zij weer samen er op uit, en de wolf hinkte met moeite, maar toch zei hij weer: »Rooievos, schaf eten, of ik eet jouDe vos antwoordde: »ik weet een man, die geslacht heeft; en het gepekelde vleesch ligt in een vat in de kelder, dat zullen wij gaan halen.« »Maar ik zal dadelijk meegaanzei de wolf, »dan kun je mij helpen, als ik niet meer voort kan.« »Mij goedzei de vos, en hij wees hem allerlei sluipwegen om in de kelder te komen.

DEMETRIUS. Schaf, Aaron, raad, wat er gedaan moet worden; Wij geven allen aan uw raad gehoor; Beveilig 't wicht, als wij slechts veilig zijn. AARON. Nu, zetten wij ons dan, om raad te plegen. Mijn zoon en ik slaan nauwgezet u ga; Blijf daar, en spreek naar lust van veiligheid. DEMETRIUS. Hoevele vrouwen zagen dit zijn kind?

Het gebeurde eens, dat zij samen in het bosch liepen; de wolf zei: »Rooievos, schaf eten, óf ik eet jouEn de vos antwoordde: »ik weet een boerensteê, waar jonge lammeren zijn, als je zin hebt zullen wij er een gaan halenDe wolf vond het goed en zij gingen op weg. De vos stal het lammetje, bracht het voor den wolf en ging aan den haal.

Een guitig wijsgeer heeft ergens in zijn werken gezegd: Schaf u noch buitenverblijf, noch rijtuig, noch paarden, noch jachtterreinen aan. Gij zult steeds vrienden aantreffen, die het ten uwen gebruike zullen bezitten!"

Schaf u twee schoone rossen aan, gitzwart, Om uw wraakgier'gen wagen vaart te geven En moord'naars in hun holen op te sporen; Is dan uw wagen van hun hoofden vol, Dan stijg ik af en draaf ter zij van 't wiel, Gelijk een lage knecht, den ganschen dag, Van Hyperions opkomst in het oosten, Tot hij verzinkt, verdwenen is in zee; En dag op dag doe ik dit zware werk, Verdelgt gij hen daar, Vrouwenkracht en Moord.

ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Doe recht, genadig vorst, verschaf mij recht, Ter wille van mijn diensten in den krijg, Toen ik u dekte met mijn lijf als schild, Gewond werd tot uw redding; 'k vraag bij 't bloed, Dat ik voor u toen stortte, schaf mij recht. ÆGEON. Als mij de doodsangst niet benevelt, zie ik Mijn zoon Antipholus en Dromio daar.

O, alle Furiën, kom! O, noodlot, schaf Mijn leven af, Blusch, doof, verplet, breng om!" THESEUS. Die hartstocht zou, als de dood van een geliefde vriendin er bij kwam, toch wel haast in staat zijn iemand naar te maken. HIPPOLYTA. Bij mijn ziel, ik beklaag den man. PYRAMUS. "Waarom, natuur, deedt gij den leeuw ontstaan?

Zij pakten den wolf en sloegen hem zoo erbarmelijk, dat hij hinkend en huilend bij den vos aankwam. »Je hebt mij eens mooi er in laten loopen; ik wilde een tweede lam halen, en toen hebben de boeren mij betrapt en zij hebben mij murw geslagenDe vos antwoordde: »waarom ben je ook zoo'n veelvraatDen volgenden dag gingen zij weer naar buiten, en de onverzadelijke wolf zei weer: »Rooievos schaf eten, of ik eet jouEn de vos antwoordde: »ik weet een boerderij, daar bakt de vrouw van avond pannekoeken, daar zullen wij er van gaan halenZij gingen er heen, en de vos sloop rond het huis, en snoof en snuffelde zoolang, tot hij uitvond waar de schotel stond; hij haalde er zes pannekoeken af, en bracht ze aan den wolf. »Daar heb je te etenzei hij, en maakte rechts omkeert.