United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij groette nog na bij de deur, waar ze zich dadelijk in groepjes verdeelden. De Veer en Hoefman brachten Frieda naar huis, die op de Jan v. Goyenkade woonde; Han en Else trachtten samen vooruit te loopen, maar Rolands bleef bij ze, kinderlijk-onbewust van de minder-wenschelijkheid van z'n gezelschap.

Vol bewondering hing Rolands oog aan de lieftallige jonkvrouw. Tot nu toe had vrouwelijke lieftalligheid geen diepen indruk op hem gemaakt. Naar wapenroem en heldenwaagstukken, naar spel en strijd had zijn ziel steeds gedorst, nu echter had de tooverstaf der liefde den vermetelen strijder opeens aangeraakt.

Daarom zou 't wel heel verkeerd zijn, als wij, die 'm in 't goede niet navolgden, het hierin juist wèl wilden doen... Laten we liever hopen, Rolands, dat we nog 'n heeleboel tijd overhouden om ons zelf beter te maken." "Ik ben daarvoor niet op den goeden weg," klaagde 't bruintje weemoedig. "Laat dit dan 'n keerpunt in je leven zijn." De Veer trok zich zuchtend recht op z'n stoel.

"Ik heb idee, dat de heerlijkheden, die hij mee-heeft, straks 't meeste op hutspot zullen lijken," peinsde Rolands, en Go, die eerst aldoor 'n beetje op 'n afstand van 'm was gebleven, kwam nu naast 'm, en hielp 'm moederlijk de taartendoos wat ophijschen.

Zijn zwaard baande den keizer den zegetocht, het dekte het leger van den keizer, toen het zegevierend in het onbekende vijandelijke land trok. Het was in Ronceval, in dat dal, dat naderhand zoovele dichters in het Duitsche en Waalsche land bezongen hebben. Gescheiden van het hoofdleger, trekt Rolands dappere achterhoede, tegen het vallen van den avond, langs den boschweg.

Ze slopen de trappen op, leunden 't oor aan het sleutelgat. "Ik hoor niets." "Stil nou, vent.... ze lachen." "Ze lachen.... je bent er, hoor!" "Zouën ze daar zoo'n pret om hebben?" vroeg hij bitter. "Ik heb beloofd dadelijk z'n ploerterij te gaan waarschuwen, als hij er is, om de vlag. M'n fiets staat beneden," fluisterde Rolands. Er kwam iemand de trap op; in spanning hoorden ze de voetstappen.

Eduard keek ook naar haar; en Go wist, wat hij dacht, terwijl hij praatte: "Hans en ik hebben bedacht, dat het zoo aardig zou zijn, als jij nu ook in 't bestuur kwam; -je zit toch al steeds achter de groene tafel.... figuurlijk gesproken, en Rolands wilde aftreden.

"Hoe krijg-je die binnen?" "Je gebruikt 'n boterham als bordje, en hapt 'm zóó er af." "; ik kom 'n beetje bij." "Gaan we de taarten snijden?" "Nou, die van Rolands is leelijk verzakt." "Snij 'm met bodem en al; dan hebben we tenminste wat vastigheid." "En nou?" vroeg Go onzeker aan Eduard. Hij haalde de schouders op. "Nu moeten we zien 'm naar onzen mond te krijgen, maar hoe?"

Naast hem zat de donkere, kleine Rolands, met z'n glanzend gezichtje, stil en ernstig, als 'n oostersch afgodsbeeldje, en aan z'n anderen kant was 'n stoel open voor Van Neerwinden, die ab-actis was, in 't bezit van alle reliquieën en kostbaarheden van het dispuut.

Hij keek haar zacht en innig aan, en voelde, dat zoo'n meisje bij de lente hoorde. Nu bogen ze den hoek om, en opeens, langs 'n zijpad, zagen ze Rolands' klein figuurtje naast 'n rijzig "jufje" gaan, Rolands' bruin kopje vragend naar haar opgeheven, terwijl z'n beenen onzeker gingen, en z'n heele houding pijnlijke verwachting uitdrukte.