United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maria Clara, bleek als was, richtte zich half op, en keek met ontstelde oogen naar haar vader, naar Doña Victorina en naar Linares. Deze kreeg een kleur, Capitán Tiago sloeg de oogen neer, en de dame liet volgen: "Clarita, denk daar steeds aan: trouw nooit met een man die geen broek aan heeft. Je loopt kans dat zelfs de honden je beleedigen."

"Ik ben van 't zelfde gevoelen, en u heeft er goed aan gedaan, meneer Ibarra niet toe te staan met haar te spreken, 't Zou haar verergerd hebben." "En als wij er niet geweest waren", viel Doña Victorina in, "zou Clarita al in den hemel aan 't lofzingen wezen." "Amen Jezus!" meende Capitán Tiago te moeten zeggen.

We weten dat je de raadsman bent van den gouverneur, die kan gewoon niet buiten je... Wel, Clarita, wat 'n genoegen je te zien!" Maria Clara vertoonde zich, nog bleek, ofschoon reeds vrijwel hersteld van haar ziekte. Het lange haar was opgenomen met een lichtblauw zijden lint. Ze groette bedeesd, met een droevig lachje, en trad op Doña Victorina toe, voor den gebruikelijken kus.

Als deze termijn verstreken is, en gij hem nog niet hebt uitgedaagd, zeg ik aan Don Santiago, dat ge nooit sekretaris geweest zijt, en evenmin jongeluis-partijtjes gegeven hebt aan Canovas of pret gemaakt hebt met generaal Don Arseno Martines. Dan zeg ik aan Clarita dat het alles praatjes geweest zijn. En ik geef je geen roode duit meer. Maar als gij hem uitdaagt, beloof ik u alles wat je wilt.

Na de gewone beleefdheidsfrazen, ging de pseudo Andalusische voort: "We komen jullie opzoeken. U bent er mooi afgekomen, dank zij uw relaties!" En ze keek veelbeteekenend naar Linares. "God heeft mijn vader behoed!" antwoordde het jongemeisje zacht. "Jawel, Clarita, maar de tijd van de wonderen is al voorbij: wij Spanjaarden zeggen: wantrouw de Maagd en zet het op een loopen."

"Schep maar moed, Clarita," zei Doña Victorina, naderbij komend, "we zijn gekomen om je beter te maken... Ik zal je mijn neef voorstellen." Linares was in gedachten verdiept, in stille beschouwing van die welsprekende oogen, welke iemand schenen te zoeken, en hoorde niet dat Doña Victorina hem riep.

Ik heb een brief voor hem," riep de jongeman uit, "en als 't niet was door dit gelukkige toeval, dat me hier brengt, zou ik opzettelijk gekomen zijn, om hem op te zoeken." Het "gelukkige toeval" was intusschen wakker geworden. "De Espadaña," zei Doña Victorina, haar ontbijt beëindigend, "zullen we 's naar Clarita gaan kijken?" En tot Capitán Tiago: "Voor u alleen, Don Santiago, voor u alleen!

Zoo niet, dan moet u hem niet toestaan dat hij met uw dochter trouwt, dat moet u dan niet doen! Als hij geen moed heeft, verdient hij Clarita niet." "Dus je trouwt met dien meneer?" vroeg Sinang, wier vroolijke oogen zich met tranen vulden. "Ik wist dat je verstandig was, maar niet veranderlijk."