United States or Angola ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Sparmannia verlangt een grooten pot en goede, zware aarde; een grondmengsel, bestaande uit broeiaarde en graszodengrond, waarbij eenige hoornspaanders of wat schapenmest gevoegd worden, zal haar zeker wel aanstaan. Gedurende den zomer moet men haar zeer veel begieten en, wanneer zij in vollen wasdom is, rijkelijk gieren. Goed onderhouden exemplaren moeten twee keer per jaar verpot worden.

Wat zegt de Schrift? Niet hetgeen door den mond ingaat verontreinigt den mensch, maar de booze gedachten, die opwellen uit zijn hart. Welnu..." "Zwijg, goddelooze spotter! Gij weet wel, dat zulke aardigheden mij niet aanstaan. Ik zou bijna gaan denken, dat het Fonteintje uwe eerste aanlegplaats van dezen ochtend niet was. Zijt gij den geheelen nacht weder aan het zwieren geweest?"

En Gees zelve! laat zij vrijelijk voor uw oogen met haar blooten dikken arm in de melktobbe roeren, waarin zij het stremsel gegoten heeft, de kaas zal er u niet minder om aanstaan. Maar ze rollen ook den geheelen dag met de kleine honden op de werf in 't zand. Binnenshuis is hun grondgebied geenszins, dan om te slapen en te eten. Allerminst in dat gedeelte der woning, waar de kaas gemaakt wordt.

Laat de lezer zig dan nu verbeelden, dat hy de straaten doorwandelende ziet, dat elke Planter de geenen, die hem aanstaan, beschouwt, en met den Capitain koop maakt: de prys van een goeden Neger loopt doorgaans op vyftig of honderd ponden sterling. Indien eene Negerin zwanger is, word zy duurder verkogt.

'k Heb nooit onaangenaamheden gehad; ik sloot mij alleen maar bij niemand aan, omdat ik gevoelde, dat... Enfin, 't gaat me nu uitstekend, en ik heb een viertal vrienden, die mij aanstaan. Dat is volkomen genoeg; wij hebben een clubje gevormd, dat soms allergezelligst vergadert. Ze noemen mij in de wandeling: Triangle, driehoek. Drie namen voor één bochel!

Ik plaag Letje gruwlyk met hem, want hy schynt voor haar zéér véél attentie te hebben; schoon hy my zyne Bibliotheek heeft aangeboden, nevens eene keurlyk geschreven Catalogus, om te zien, wat my zoude aanstaan.

"En wie weet, of het dan niet tot een dansje komt," zei ze. "Dat zal jou aanstaan, Marianne." "Dansen?" riep Marianne. "Hoe kan dat nu! Wie danst er dan?" "Wie? Nu, jelui zelf, en de Careys, en Whitakers dan toch? O, je dacht, dat niemand meer dansen kon, nu zeker iemand is heengegaan?" "Ik wou om een lief ding," riep Sir John, "dat Willoughby weer kon meedoen."

Zie je, ik geloof niet, dat het me zou aanstaan, maar ik zou het toch wel eens willen zien! Ik kom bij je logeeren, later, als je getrouwd bent. En daarom dacht ik, dat je het hier vervelend vond.... het is hier altijd het zelfde. O, ik vindt het heerlijk: ik heb mijn ezelwagen en mijn ezel en ik heb mijn bok, en ik zou het wanhopig vinden als ik naar kostschool moest....

"Ja, de heer en de dame zijn al boven; als mijnheer de trap maar blieft op te gaan, en dan de deur rechts; schellen als de heeren van iets gediend blieven!" gaf de man ten antwoord, die het op zijne aanwijzingen liet aankomen zonder mij geleide te geven. Zij waren dan ook niet gecompliceerd, en ik vond zelfs de deur aanstaan.

Jasses wat een zwager. En als i z'n witte vest aan had! En die oogen. Zoo echt een heer, die bij den weg naar nix anders kijkt dan of i ook een kennis tegen komt. En zoo slap. Hoe kon Em tegen zoo'n man aanstaan! Zij leunde nog liever tegen een dennestam. Nee dan was Coba heel wat beter af. Zoo'n man als een zee!