United States or Chad ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ik ben zoo blij, dat u gekomen bent!" zei ze, terwijl ze plaats nam tusschen Elinor en Marianne; "want 't is zulk slecht weer, ik was bang dat u niet kwam; en dat zou ellendig zijn geweest; want morgen gaan we weg. Dat moet wel, omdat we de volgende week de Westons te logeeren krijgen, weet u?

Hij sloeg de deur hard dicht, stampte woest op de trappen, zette zich zonder een woord te spreken in de slee, waar zijn vrouw hem al wachtte en reed naar huis. Toen Marianne na den dans naar haar ouders vroeg, waren ze weggereden. Toen zij dat hoorde, hield zij zich goed en toonde geen verwondering. Zij kleedde zich stil aan en ging naar buiten.

Elinor vond het half grappig en half droevig; maar Marianne hield vol, en zag elken avond in de helderheid van het vuur, en elken morgen in 't voorkomen van de lucht de onmiskenbare symptomen van de naderende vorst.

"Nu met dat al, ik kan 't je wel vertellen, wat dat voor zaken zijn", zei Mevrouw Jennings zegevierend. "Weet u het, mevrouw?" zeiden bijna allen tegelijk. "Ja, 't is natuurlijk iets met Juffrouw Williams." "En wie is Juffrouw Williams?" vroeg Marianne. "Wat? Weet je niet wie Juffrouw Williams is? Je hebt toch stellig al van haar gehoord?

"O mama! hoe zullen we 't zonder haar stellen?" "Lieve kind, men kan het haast geen scheiding noemen. We zullen maar een paar mijlen van elkaar af wonen, en elkaar iederen dag ontmoeten. Je krijgt nu een broer, een echten, hartelijken broer. Van Edward's goede hart heb ik de hoogste verwachtingen. Maar je kijkt ernstig, Marianne; heb je iets aan te merken op je zuster's keuze?"

Toen ik haar van morgen verliet, was zij bezig, met haar zaakwaarnemer hierover te spreken." "Nu," zei Mevrouw Jennings, "dat is nu háár wijze van wraaknemen. Ieder doet dat op zijn eigen manier. De mijne zou het, dunkt mij, niet zijn, den eenen zoon onafhankelijk te maken, omdat de andere mij had geërgerd." Marianne stond op en ging de kamer uit.

"En u meent, dat ze den man, waar ze van houdt, zal verlaten, alleen om haar erfdeel niet te verliezen." "Lieve Gösta, wordt nu ook niet boos! Ik weet immers niet, wat ik zeg. Ik heb geprobeerd Marianne binnen te laten, maar hij trok me weg van de deur. Ze zeggen hier altijd, dat ik nergens verstand van heb. Ik gun je Marianne graag, Gösta, als je haar gelukkig kunt maken.

Lady Middleton kon dat gepraat niet langer aanhooren, en gaf zich dus de moeite aan den Heer Palmer te vragen of hij veel nieuws vond in de courant. "Neen, in 't geheel niets," zei hij, en las verder. "Daar komt Marianne aan," riep Sir John. "Palmer, nu zal je een reusachtig mooi meisje zien." Hij ging dadelijk in de gang, deed zelf de voordeur open en bracht haar in de kamer.

Zij vond het alleen maar verwonderlijk, dat Elinor en Marianne er zoo bedaard bij konden blijven zitten, zonder hun verlangen te uiten om te deelen in de pret. "John is vandaag door 't dolle heen!" zei ze, toen hij Juffrouw Steele haar zakdoek afnam en dien uit het raam gooide. "Hij zit vol guitenstreken!"

Kolonel Brandon, die een doorloopende invitatie had ontvangen, bezocht hen bijna iederen dag; hij kwam om te kijken naar Marianne en te praten met Elinor, die dikwijls meer genoegen vond in een gesprek met hem, dan eenige andere der dagelijksche kleine gebeurtenissen haar kon schenken, maar die tevens met bezorgdheid zag, dat hij nog steeds haar zuster liefhad.