United States or Bosnia and Herzegovina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Laat mij je alles vertellen, en dan zul je zien, dat ik alleen gehandeld heb zooals je me geleerd hebt." De graaf knikte zwijgend, als teeken van toestemming. En gravin Elisabeth vertelde nu hoe zij er toegekomen was Gösta Berling op den verkeerden weg te drijven. Zij vertelde alles, ook hoe zij door haar geweten gedreven was geworden uit te gaan en hem te redden, wien zij onrecht gedaan had.

En dan had zij immers dien dommen graaf Henrik kunnen trouwen! Maar nu zou hij haar slaaf zijn tot zijn dood. Haar hond en haar slaaf, zooals Kaptein Kristiaan zei, en anders niet. Hij zat daar bij de deur, Gösta Berling, met gevouwen handen, en hield een soort van eeredienst.

Ik weet niets meer van haar, dan dat ze leeft. Geen groet heb ik van haar gehad al dien tijd; niet eens toen ik haar kleeren zond. En toen dacht ik dat jelui me niets meer van haar wilden vertellen." Gösta kon het niet langer uithouden. Hij was woest en dwaas.

Ik weet alleen, dat in dien nacht een jonge schoone vrouw haar leven, haar eer en naam, haar gezondheid waagde, om een armen stumper op den goeden weg terug te brengen. Ik weet alleen, dat in dien nacht Gösta Berling het geliefde landgoed liet ondergaan, om met haar mee te gaan, die om zijnentwil de vrees voor dood en schande en straf overwonnen had.

Ellendige gebreken, die rustig hadden moeten verborgen blijven tot het einde toe: stijve achterpooten, manke voorpooten, spatten en gehoest komen nu aan het licht. De staljongens hebben de paarden toch allen ingespannen en komen nu aan de Majoorske vragen, waar Gösta Berling in moet rijden, want ieder weet, dat hij in de slee van de Majoorske naar Ekeby is gekomen.

Gösta voelt poëtische gedachten in zich ontwaken. "Beerencreutz," zegt hij, "dit is leven! Zooals Don Juan met die jonge vrouw voortrent, zoo sleept de tijd de menschen meê. Jij bent de noodzakelijkheid, die den rit bestuurt. Ik ben de begeerte, die den wil gevangen houdt. En zoo wordt de machtelooze dieper en dieper omlaag getrokken."

Daar lag ze, zoo vredig, zoo mooi, dat alle omstanders diep bewogen waren. "Mijn lieve, oude Majoorske," zei Gösta toen; "zoo heb ik u vroeger nog eens gezien. Nu is Margaretha Celsing teruggekomen. Nu zal zij nooit meer wijken voor de Majoorske op Ekeby." Toen de kavaliers uit de smidse terugkwamen, werden zij ontvangen met het bericht, dat de Majoorske overleden was.

De berenham zou weer op tafel komen, en de jongeren zouden onder vreemden moeten gaan. De moeder liefkoosde haar zoon, en gaf hem den troost van haar onveranderlijke liefde. Maar in hun midden zat Gösta Berling, en de onoverwinlijke maakte duizend plannen. "Hoor," riep hij uit, "nog is 't geen tijd van klagen! 't Is de dominé's-vrouw van Svartsjö, die dit tot stand heeft gebracht.

In 't Löfvenmeer er mee! En dan opnieuw op den wankelenden, hulpeloozen, steenen dam aan. Maar Gösta Berling houdt jacht op de meermin. Zij zag hem aankomen met de bootshaak. Zij werd bang. 't Scheen wel of zij in 't water wilde springen; maar zij bedenkt zich en springt aan land. "Meermin!" roept Gösta, en zwaait de bootshaak over haar hoofd.

Hij had zijn vrouw in 't bosch gezien. En daarom had hij zich nog niet van kant kunnen maken. Dit alles vertelde hij aan zijn vrouw, terwijl hij daar gebonden lag op de vloer in de boschhut. "Ach," zeide ze treurig, toen hij had uitgesproken, "hoe goed ken ik dat alles. "Heldenmanieren, heldenfeiten! Altijd gereed om handen in 't vuur te steken, Gösta! altijd bereid je zelf weg te gooien.