Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Het zeewier en het riet groeiden lijnrecht naar boven; als ik ze met de hand op zijde duwde, hernamen die planten onmiddellijk haar vorigen stand. Hier scheen het rijk van de rechtstandigheid te zijn. Weldra raakte ik gewoon aan dien zonderlingen stand der gewassen, evenals aan de betrekkelijke duisternis, welke ons omringde.
Op de wanden zag men duidelijk indrukken van zeewier en wolfsklauw; professor Lidenbrock kon zich er niet in vergissen, maar hij sloot, denk ik, zijne oogen en ging met vasten tred voort. Dit mocht wel heeten de stijfhoofdigheid tot het uiterste te drijven. Ik kon het niet langer uithouden.
Niets aan den horizont. Niets aan den hemel. Hij smeekt het uitspansel, de golven, het zeewier, de klippen; dat alles is doof. Hij smeekt den orkaan; de onverstoorbare orkaan gehoorzaamt alleen aan het oneindige. Rondom hem duisternis, nevel, eenzaamheid, het woest stormachtig geloei, het eindeloos klotsen der verbolgen golven. In hem afgrijzen en afmatting. Onder hem verzinking. Geen steunpunt.
De stoomer kan alleen over zeer korten afstand duiken. Hij voedt zich geheel met schaaldieren uit het zeewier en van vloedrotsen, ten gevolge waarvan zijn bek en kop, om die te kunnen breken, verbazend hard en sterk zijn. De kop is zoo sterk, dat ik hem met mijn geologischen hamer bijna niet kon splijten, en spoedig ontdekten al onze jagers hoe taai het leven dezer vogels is.
Het waren garnalen-visschers evenals zij, wier gestalte ongelooflijk klein scheen, niet grooter dan een mier, bespottelijkheid van onbeduidendheid in deze onmetelijkheid, wat niet wegnam, dat men elk hunner kon opmerken, de kromming van hun rug, als zij hunne netten voortduwden, of hunne uitgestrekte en bewegelijke armen, die op de hoekige pooten van een vlieg geleken, wanneer zij hun vangst uitzochten, en tegen het zeewier en de krabben vochten.
Hij schudde het natte zeewier van zijn kleeding, en na een kort pijpje opgestoken te hebben, liep hij langs den kant van de rots, waar de vloed al meer en meer tegen opsteeg, in den mist te turen, om den anderen kemphaan te zoeken. Op een oogenblik dat de nevel een weinig optrok, zag hij op eenigen afstand den vogel drijven.
Zij keuvelden dan, zij keken, zij droomden, en bevonden zich, soms onbewust, aan de uiterste grens, waar de golven het zeewier komen lekken.
Welnu die juist gemikte schoten zijn wel waard drie uur in het natte zeewier te zitten en op den koop toe een zware verkoudheid op te doen ten minste, voor ieder man, die een waar hart voor het jachtvermaak heeft. Zoo iets had Geoffrey Bingham juist ondervonden.
Een krans van zeewier omstrengelde haar hoofd en door hare blonde haren waren lange slingers gevlochten van groene waterplanten. Hare gestalte was slank en trotsch en hare oogen waren van het zuiverste blauw, dat men zich denken kan.
Maar nu was de bel stil, en vlak er onder, in de schaduw van de rots, waarop zij geplaatst was, zat een man half verborgen in zeewier, waarmede hij zich opzettelijk bedekt scheen te hebben. Het was een man van een knap voorkomen, breed van schouders, forschgebouwd, en naar gissing zal hij ongeveer vijf-en-dertig jaar geweest zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek