United States or Russia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij had een zeer vertrouwelijken toon aangeslagen, en daar ik schijnbaar argeloos antwoordde, had een oningewijde kunnen denken, dat wij de beste vrienden waren en over een onverschillig onderwerp gemoedelijk keuvelden. Hij legde nadenkend den vinger op den neus en zeide: Gij zijt, zooals ik nu inzie, zeer toegevend voor ons geweest. Ik zou u gaarne van dienst willen zijn voor uw reis.

Het bleek een landgenoot te zijn, een vriend of kennis van vroeger, die hem eens kwam opzoeken. Zij keuvelden bescheiden met elkaar in 't Duitsch en het klonk altijd zoo vreemd, den baas, die toch een Duitscher was, zijn eigen taal te hooren spreken.

Klokslag één was hij thuis voor het middagmaal, ving dan een uiltje, ging daarna naar de roepzaal, waar hij, bij gelegenheid, nog een paar centen verdiende, trof er zijn vriend aan, den verdierenpikker. Samen keuvelden zij dan over eigendommen, gronden en centjes verdienen. Rond acht uur kwam hij voor het avondmaal.

Terwijl de warme wijn klaargemaakt werd en in de tent van den oppasser de drukke bezigheid van Nikita vernomen werd, die iemand om kaneel en kruidnagels uitgestuurd had en wiens rug het vuile tentdek nu eens her- dan weer derwaarts schoof, namen wij met ons zevenen plaats op het bankje, dronken om beurten thee uit de drie glazen, keken naar de vlakte vòòr ons, die zich juist in schemering ging hullen en keuvelden en schertsten over de wisselvalligheden van het spel.

Enfin, als 't hem goed doet, ben ik er heel blij om; als hij nu 't land aan me krijgt, spijt het mij; maar het was de waarheid, en ik kan er geen woord van terugnemen." Zij lachten en keuvelden den geheelen weg over naar huis; en de kleine Baptiste, die op het achterbankje zat, vond, dat monsieur en mademoiselle bizonder goed gehumeurd waren.

Nog erger, terwijl zij praatten en keuvelden over noodelooze gewoonten, zijn de Golen gekomen en hebben al onze schoone zuiderlanden geroofd. Heden ten dage zijn zij met onze verbasterde broeders en hunne soldaten reeds over de Schelde gekomen, er schiet ons dus over te kiezen tusschen het dragen van een juk of een zwaard.

Bij het deurgat, nog in den lichtcirkel, keuvelden Don Juan en Consuela; zij snoepte almaar door gebrande boontjes uit haar zak en knabbelde die op tusschen het praten door. Maar, van het licht af, in den donkeren hoek, zaten de drie vrouwen; de roode tricot van Carmela was er stil kleurend midden in het zij-zwart der japonnen. Zij sprak weinig, nu en dan een woordje met de Andaluze.

Jo glom van genoegen bij dezen jongensachtigen lof over haar zuster en onthield het goed om het aan Meta te vertellen. Beiden gluurden en critiseerden en keuvelden, tot zij een gevoel hadden, alsof ze oude kennissen waren.

Juffrouw Bess en Partridge hadden op het voorste gedeelte van het halfdek plaats genomen en keuvelden vriendschappelijk over den ouden tijd, over de in onbruik geraakte zeden en gewoonten, over de clans, die in ontbinding geraakten. Waar waren die zoo te betreuren tijden van weleer?

Zij keuvelden dan, zij keken, zij droomden, en bevonden zich, soms onbewust, aan de uiterste grens, waar de golven het zeewier komen lekken.