Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 mei 2025
Hij verklaarde dat hij den Goden dankbaar was voor de aangename verrassing, welke hem hier te beurt viel, en kuste de handen van Henriëtte binstdien. Hij wierp zijn rotting op een sofa en trok langzaam zijne handschoenen uit. Een witte krysantheem schaterde op zijne borst naast het tipje van een groen zakdoekje, dat daar even uitstak. Mijnheer du Bessy had een hooge kleur.
Haar bruidegom, in zijn rok met zijn witte roos, bedankte eveneens, innerlijk wenschende, dat de parade was afgeloopen, maar steeds een en al glimlach en vriendelijkheid.
Boven werd heet water geloosd, dat door de zinken buis snaterde en met lawaaiend geplas in het gat stortte. De witte damp sloeg om de hoofden der kindren. "Sodejuu!" schrikte Jan. Meijer hield z'n hand onder de pijp om te voelen of 't heet was. "Jò mot-je je poote brande!"... "'t Is nie-eens heet... Aardappelewater... Voel maar."
In doorzichtige wierookwolken gehuld, nadert hij, de gouden wagen, langzaam en statig, getrokken door twaalf witte paarden, omstuwd, voorafgegaan en gevolgd door banieren en kruisen, door priesters in vol ornaat, door jonge meisjes in witte kleeding, door de schittering van goud en borduursel en purper en edelgesteenten.
De Staartfee (Heliactinus cornutus) heeft een metaalachtig groene, weinig glinsterende bovenzijde; de veeren van den bovenkop zijn metaalachtig blauw; de halskraag gaat van buiten naar 't midden door violet in groen, geel, oranje en rood over; de keel, de voorhals en de wangen zijn donker fluweelachtig zwart, de bovenborst, het midden van den buik, de staart en de vier buitenste paren stuurpennen wit, de slagpennen grijs. Bij 't wijfje zijn de witte staartpennen ongeveer in 't midden met een zwarten band geteekend. Totale lengte van het mannetje 12, staartlengte 5
Hij zag de gezellige hutjes niet in de achterstraten, met de zwarte wanden, noch het witte vogelkruid en de roode geraniums achter de heldere vensterruitjes, of de vele mooie tuinen en lanen, of de schoonheid der ruïnen vol groene ranken. Zijn oogen waren zóó vol van de heerlijkheid van het verleden, dat hij niets goeds in het tegenwoordige kon zien.
Weldra kwam het gewigtig moment. Tweehonderd heeren in 't zwart en tweehonderd dames in 't wit, met vierhonderd paar witte glacé handschoenen en vierhonderd bleeke gezigten, namen hunne plaats op het tooneel in.
"Kijk, daar staat al een jongen op!" riep Simon. "'t Is ons Kregel Mennonietje!" zeî Marten. Het was zoo. Nauwelijks waren wij op de plaats waar we prachtig zeegevechtje konden spelen, of Willem Roete ging naar hem toe en zeî: "Hoe komt gij hier?" "Op mijne beenen!" antwoordde Witte. "Denk-je dat ik vliegen kan?" "En wat kom-je doen? Kom-je meevechten?" vroeg ik.
De roode gevelen en daken, de witte muurkens, langsheen het water hangend, de knoestige perelaren en appelaren in de kleine hofkes, alles was nat en beklamd, uitgeslagen van het water, en tegelijkertijd vinnig stralend in het heldere zonneken. Het was inderdaad maar een zonneken, maar het maakte over de aarde in al dat water zulk een groot lichtgespeel als een volwassene zomerzon.
Zij droegen helmen van zilver of goud, en bloedroode pantsers, en met blinkende speren en schilden snelden zij moedig door het gevecht op hare vurige witte rossen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek