Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juli 2025


Bombay kooplui loopen in geruiten zijden sarong en met goud geborduurd mutsje. Vrouwen vertoonen zich getooid met een fel-gekleurde bloem in de wrong van hun golvend blauw-zwart haar, en, in beide neusvleugels, een door en door gedreven wit-beenen of wit-houten stiftje, dat van verre al zonderling blinkt in het duister van het wel-besneden gezicht.

Naast een kleine, wit-houten tafel, de handen in gedurig beweeg over fleschjes van zwartglas, net-beëtiquetteerd, schalen met water en een groote doos flardjes watten als mopjes sneeuw, zat de armendokter. Eleazar herkende z'n goedig gezicht, goedig van glimlach, goedig van kijken. Het bruin, stopplig baardje raakte bijna het zwartleeren voorschoot dat met banden om den hals hing.

Hij ligt daar, in een van die wit-houten arme-menschen-kisten, die hij altijd maar op voorhand timmerde, omdat hij er zooveel getimmerd had, en er nog altijd meer moest timmeren... Wat doet nu, in de schemering van 't doodgesloten huisje, de jonge vrouw met het klein kindje?

Och alweer 'n nieuwe deukiste!" klaagde dan zijn vrouw, die dat gezicht zoo akelig vond. "Woarom 'n wacht-e toch niet tot da ze gevroagd worden?" Hij glimlachte vreemd en staarde, sprakeloos, in gedachten. Ginder in de gevangenis, had hij gedurende zeven maanden niets anders dan doodkisten, dan wit-houten arme-menschen-doodkisten gemaakt. Het zat hem in den geest en in de handen.

Zijn groot lichaam schaduwde breed en massaal in het klare deurgat, en hij zei, kijkende naar Doxa: Welnu, Doxa? De profetische klank zijner stem trof Doxa uitermate. Deze zat bij het venster, naast eene wit-houten tafel en vóor een klein doek, dat hij verduldig aan het beschilderen was.

Een wit-houten tafel er voor, bekringd met drank-rondtetjes. Naar achteren in de diepte van den rechterhoek een paar kleinere tafels, oude tuintafels met marmer blad; en er om heen slordige tabouretjes.

De machtig, zilver-klaatrende fontein van een stoompomp, doorzwartte den gloed aan de huizenrij, sloeg een verdoffing, een schaduw. Dan rustig, onbewogen, begon de pijpvoerder op de lijst van 't dak z'n dwaas-dunnig straaltje op den vuurmuil te richten. De schoenmaker, teruggeweken bij de loods, neergenorscht naast de vrouw op 't wit-houten werktafeltje, hield Aagje in de warming van z'n jas.

Altijd had hij, op den zolder waar hij nu gansche dagen timmerde, kant en klaar eene wit-houten doodkist, een armemenschen-doodkist staan. Zij stond daar, griezelig-bleek in 't schemerachtig zolderlicht, scheef tegen den muur geleund onder de dakpannen, en bleef er staan, tot ze, verkocht, door iemand werd weggehaald. Dan maakte hij er onmiddellijk een nieuwe voor in de plaats.

Het witte vel trilde tusschen zijne vingeren, de woorden dansten, krulden over elkander, werden soms ineens weggevaagd. Lucia, zijne zuster, kwam binnen en legde voorzichtig een wit-houten kistje op een lagen stoel onder het venster. Zij ging naast haar broeder staan en raakte lichtelijk met hare handen zijne onrustige schouders.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek