United States or Niue ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu neemt Hektor zijn helm af en kust zijn jongen en wiegt hem in zijn armen, bidt voor hem tot de goden en legt hem dan weer aan moeder's borst, door haar tranen heen glimlacht zij en drukt hem tegen zich aan.

Zij sluit het onderzoek uit naar den grond, en wiegt het zoo noodige bewustzijn onzer onkunde met schijnkennis in slaap.

En als hij nu zijn lippen op die lachende koontjes drukt, dan strekt het kind de kleine poezele handjes naar Eva uit, en wiegt onrustig met het lijfje naar die zij; en ziet haar aan met zijn lokkende blauwe kijkers. O welk een engelachtig kind! Zie, zie, hoe het haar toelacht.

De locht vol schoone vogels vliegt, een engel met Maria wiegt, daar Jozef werkt den heelen nacht en wascht de luiers in de gracht. Nu maeckt hij vier, dan raept hij hout, want in den winter is het koud, maar nu is Jozef zeer verblijd, omdat het kind niet meer en krijt. Slaapt Jezus, slaapt Emmanuël, slaapt, grooten Prins van Israël; Duizend sielen zijn verblijd, omdat gij nu geboren sijt.

Die frissche landouwen, Versierd met een weelde van rijpend gewas! Die bloeiende rijkdom, die groeiende zegen, Hoe lacht hij u tegen In 't golvende vlas! Hoe klopt u het hart, om de schoonheid te roemen Dier levende zee, die daar wiegt op den wind, Besprenkeld met duizenden bloemen, Door 't blauw van den hemel getint! Aldus schetst Ten Kate den indruk dier vlasvelden.

Nu eens likt zij, dan weder luist zij hem; zij drukt hem tegen haar hart of neemt hem tusschen hare twee handen, om hem beter te kunnen beschouwen, en plaatst hem dan weder tegen hare borst, of wiegt hem in hare armen, als wilde zij hem in slaap wiegen. Na korten tijd wordt de jonge aap iets onafhankelijker.

Zachtkens medegevoerd door de onzichtbare golven van den dampkring, zweeft het boven steden, wouden en velden; het wiegt zich, in plechtige stille eenzaamheid, in de hooge streken, vanwaar het oog nederziet op de prachtige damp- en nevelgroepen, als veder- of laagwolken, in duizenderlei gestalte, in de lagere luchtlagen drijvende; het rijst of daalt, naar de begeerte van den meester.

Soms trekt hij plotseling de wenkbrauwen omhoog en spitst hij de lippen, als wilde hij daardoor zijn verwondering te kennen geven over 't geen hij hoort; en zachtkens wiegt hij het hoofd heen en weer, als een thema uit de burlesqe, dat eenigszins den rhytmus van een wiegeliedje heeft, zijn ooren streelt.

Altijd blijmoedig en onverpoosd huppelt of klautert zij rond tusschen of in de twijgen der boomen, struiken, heggen en omtuiningen, hecht zich nu eens op de eene, dan weer op een andere plaats aan den stam van een boom, wiegt zich met den rug naar beneden aan de dunne spits van een slanke twijg, kruipt door een hollen stam of sluipt behendig door spleten en gaten; zij doet dit alles met de meest afwisselende houdingen en gebaren, met een beweeglijkheid en vlugheid, die aan 't potsierlijke grenzen.

Toch hebben zij hunne mijn lief en gevoelen zich aan haar gehecht; zelfs krom en stram van ouderdom, kunnen zij nog niet zonder haar leven: deze taaie gehechtheid is een trek, dien de mijnwerkers gemeen hebben met de zeelieden, die hoe de zee hen ook moge mishandeld hebben, zich toch nog, machteloos en afgeleefd, naar het strand sleepen en daar, op een bank neergezeten, in droomend gepeins staren naar de wijde zee, wier melodisch ruischen hunne zwervende gedachten in slaap wiegt.