United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarna begon zij te jammeren om haar kindje en zonden de dokters natuurlijk dadelijk de bezoekers weg. Men hield toen nog voor Frau Wennberg, wier toestand van alle patiënten de ergste was, stil, dat het lijk van haar man gevonden was, wijl dat te weten haar wellicht te veel zou aangrijpen. Maar het gerucht dat zij stervende zou zijn, bleek overdreven.

Uit den aard der zaak bepaalde hij zich hoofdzakelijk tot de ongelukkige Frau Wennberg, wier lot wel het afgrijselijkst van allen is geweest. Zij zat op het dek van het achterschip tegen het overgebleven houten beschot van de rooksalon.

De andere vrouwen stonden haar dapper bij, steunden met de handen de kleine, als de knieën moede werden. Maar het kindje stikte des nachts, nadat een zware vloedgolf hen minuten lang onder water had gedompeld, waarbij het wrak dreigde te kantelen. Het doode kind hield Frau Wennberg verder in de armen.

De drie vrouwen, die achterbleven op het wrak, waren: Fräulein Theile uit Dresden en Frau Wennberg uit Berlijn, beiden behoorende tot een uit Londen terugkeerend Duitsch operagezelschap, en het zestienjarige dienstmeisje van laatstgenoemde, Minna Ripler geheeten. Goddank behoefde niet alle hoop op het behoud dezer drie opgegeven te worden.

Dit bleek het best toen enkele journalisten er in geslaagd waren, onder voorgeven dat zij opera-agenten waren, tot Frau Wennberg door te dringen. De arme vrouw die jong is en knap van uiterlijk, maar natuurlijk de duidelijke bewijzen van doorgestane ellende en ontbering droeg, wist niets anders te zeggen dan dat zij zich zwaar ziek voelde en vooral pijn had in de longen.

Even voor hij van boord geslagen werd, zag hij in een hut Frau Wennberg zitten met op de schoot haar kindje, dat er uitzag alsof het reeds van schrik en koude gestorven was. De echtgenoot van Frau Wennberg, welke laatste op het wrak was achtergebleven, lag reeds in het treurhuis. Hij was een der eerst aangespoelde lijken. De laatsten gered.

Frau Wennberg die met haar dienstmeisje op een kamer lag was inderdaad zeer zwak, maar haar leven was niet in gevaar. Waarschijnlijk zou getracht worden voor haar een passender verblijf te vinden dan in het Hotel Amerika, dat, hoe goed er ook voor de geredden werd gezorgd, natuurlijk geen al te rustige ziekenkamers heeft.

Nu lag in de loods een ander kinderlijkje naast dat van de volwassenen; het was dat van het meisje Wennberg, gestorven op moeders schoot. Moeder wou het lijkje wel meenemen, toen ze vannacht werd gered. Maar het kon niet. »Geen levens met levens koopen» is de wet der redders en »de levenden eerst; de dooden, hoe dierbaar ook, later

Russel, Bishop, miss J. M. Bakes, Mead, miss Holle, Mozes Raisman, Raisman Jr., Woods, Bonnett, Wennberg, Barton, miss Mable Marton, Oosterling, C. W. Anderson, miss Boomes, W. J. Moor, Bulmer, Gysin, Woodham, Davies, Pattock, Brockett, Aug.

»Op dezelfde wijze ging ik te werk met mevrouw Wennberg, die me dadelijk begon te praten over haar man en haar kindje die dood waren, het kindje dat in haar arm was gestorven. »Ja maar, antwoordde ik, daar moet je straks maar over denken. Want nu moet u eerst van boord. Zie je, meneer, dat wrak dat slingerde zoo onder je voeten, dat ik elk oogenblik dacht dat het dek onder mij zou bezwijken.