Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


Deze is, dat een man, die vijftig jaar geworden is, geleerd heeft, een toontje lager te spreken, niet alles van het leven te wachten, maar het toch met dank aan te nemen. 'Want het was aardig, te leven'. In Hamsun's laatste werken verdwijnt de 'ik'-figuur geheel. Des dichters subjectiviteit bestaat nu nog alleen in den blik, waarmee hij de wemelende menschenmenigte aanziet.

Het is dan ook geen wonder, dat de Japansche dichter uitroept: "Zie ik alleen glimwormen, die met den stroom wegdrijven? Of drijft de Nacht zelf weg, met zijn wemelende sterren?" Er is een legende verbonden aan dit betooverende schouwspel. Men meent, dat de Minamoto-Glimworm en de Taira-Glimworm de geesten zijn van de oude krijgslieden der Minamoto- en Taira-stammen.

In blinkende kringen, in warrelingen van zilverend blauw en goudend rood en lichtend groen dansten zij den rijdans van haar liefde. Maar Mathildes droomen kwijnden in een duizeling. Zij zag niets als goud en zilver. Een wemelende regen van helle vonken draaide er dooreen. Daalde haar blik tot de boomen, dan zag zij de sterren nog onder de takken, door de takken, overal in de rondte.

Zij vochten met een ijselijk gedruisch, en de sterken verslonden de zwakken, tot bewijs dat de Dood uit het Leven en het Leven uit den Dood komt. En uit heel de wemelende, dichte, verwarde menigte van geesten steeg een gedruisch op, dat leek op het dof gerol van een verren donder en het gerucht van honderden wevers, vollers, slotenmakers, die samen aan den arbeid zijn.

De breede donkergele streep van den straatweg golfde onder den stroom door, zich in bochten opkronkelend, zijn breede rug hoog opkrommend en weêr neerstrijkend, of zijn gele effenheid verliezend, doorboord met wemelende puntjes en gaatjes als een schelpenbodem onder den vloed.

Langs de wanden hangen vaandels en banieren: de zegeteekenen, op honderd slagvelden, aan Zweden en Franschen, Polen, Perzen en Turken ontnomen: hier en daar brandt een zilveren lamp voor het portret van een heilige. Tusschen de zuilen verheffen zich de witte keizerlijke tomben: eene lange rij, fantastisch verlicht door het rosse licht dier wemelende lampen.

Den geheelen dag bepeinsde hij de maatschappelijke vraagstukken: het werkloon, het kapitaal, het crediet, het huwelijk, den godsdienst, de vrijheid van denken, de vrijheid van beminnen, de opvoeding, het strafrecht, de armoede, de vereeniging, den eigendom, de productie en de verdeeling, het raadsel hier beneden, dat de wemelende menschendrommen met zijn duisternis omhult; des avonds aanschouwde hij de sterren, deze ontzaggelijke wezens.

De koelies, Chineezen, Javanen, Arabieren, aan het lossen van alweer een ander schip, waren te zien als een bonte wemelende hoop, waar hier en ginder, in bevelende houding, een witgekleede Westerling tusschen stond: een "Europeaan," als men hier, kenteekenend, zegt voor Hollander.

Dat blijft staan boven iedere hoeve, boven prachtige huizen en kasteelen, boven marktplaatsen en steden, boven boerenhoeven en spoorwegstations, boven plaatsen, waar de visch bijeenschoolt, en boven suikerfabrieken. Telkens als het stilstaat, zuigt het van uit de hoeven, beneden op het veld, een kleine, omhoog wemelende zuil van grijze stofkorreltjes op.

De grashalmen trilden en de bladeren ritselden van zoete weelde, boven de hooge boomtoppen, diep in het wemelende blauw, zweefde een reiger met kalmen vleugelslag. Johannes begreep het niet, het was hem alles een raadsel. Het was zoo verward en duister in zijn ziel. 'Hoe kan dit alles tegelijk in mij zijn! dacht hij. 'Ben ik dit werkelijk? Is dat mijn vader, mijn eigen vader?

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek