Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juli 2025


Dat blijft staan boven iedere hoeve, boven prachtige huizen en kasteelen, boven marktplaatsen en steden, boven boerenhoeven en spoorwegstations, boven plaatsen, waar de visch bijeenschoolt, en boven suikerfabrieken. Telkens als het stilstaat, zuigt het van uit de hoeven, beneden op het veld, een kleine, omhoog wemelende zuil van grijze stofkorreltjes op.

Die kleine boerenhoeven hebben, al zien ze er ook nog zoo ellendig uit, toch een echte verbetering gebracht in het lot van den Roemeniër.

De takken verscholen hun dwaze, spookachtige gezichten, de schaduwen krompen in, het licht begon alle vormen, als de steenhouwer, van de grove omhullingen te ontdoen en ze scherper en nader aan te dringen; de boerenhoeven werden weder op haar plaats gezet in de nesten van groen; als een gouden maan ging de phantasie onder, en de scherpe, alles ziende zon van het verstand rees op.

Van de Treffner Alm overziet men het Johnsbachdal, dat overal groen is, waar men geen enkel roodgekleurd spleetje van den bodem te zien krijgt, en waar boerenhoeven zich uitstrekken tot aan den Neuburger Alp.

Door de roodachtige wolk van stof heen, die door den trein wordt opgejaagd, aanschouw ik het braziliaansche landschap. Behalve de weinige steden, die ik noemde, treffen wij noch dorpen, noch boerenhoeven aan. Overal eenzaamheid als in een woestijn, en de trein rolt uren lang voort door een streek zonder menschen.

Reusachtige bergen van koren zijn om de boerenhoeven gegroepeerd, waar dorschmachines aan het werk zijn, en waar men groote scharen arbeiders en arbeidsters, in 't wit gekleed, bezig kan zien.

Groote boerenhoeven wijzen hier en daar op den rijkdom van dit deel van Manitoba, dat met den staat Dacota, welks noordgrens niet ver is verwijderd, er naar streeft, de korenschuur van Europa te worden. Duizenden mijlen lang zal de streek zoo blijven: aangrijpend beeld voor de toekomst van onzen landbouw!

Zij, die op armoedige hoevetjes of keuterboerderijtjes woonden, riepen: "Deze hoeve heet "Grutteloos"." En zij, die op de allerarmste woonden, riepen: "Deze heet "Deugt niet veel, Deugt niet veel! Deugt niet veel!"" De groote, welgestelde boerenhoeven kregen mooie namen van de hanen, als b.v.: "Geluksveld, Eierberg en Geldstad."

Het ruimst treft men dit type aan bij de groote boerenhoeven, de zoogenaamde "pachthoeven". De kleinere hoeven daarentegen behelpen zich vaak met de beide dwarsgebouwen en begrenzen de mestvaalt door een schop. Ook in Belgisch Limburg is dit type sterk verspreid; volgens Claerhout, Biekorf XXIV, bl. 312, wordt het verder aangetroffen in Oostvlaanderen, Brabant, Henegouwen, Luik en Namen.

Hooge, met bosschen bedekte bergen omsluiten den horizon en langs den weg staan boerenhoeven, waarin en waaromheen alles welvaart ademt. Op de rustieke binnenplaatsen zijn in de dichte schaduw vrouwen in haar bijbelsche kleederdracht bezig. Ze hebben volle klossen in de hand en spinnen de voor 't huisgezin bestemde wol.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek