Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


Veelvuldig openbaart zich die grootere weekheid van het Portugeesche wezen, in hunne taal en literatuur, waarin b.v. de bij de Spanjaarden zoo nationale dramatische en historische voortbrengselen ontbreken, terwijl de herder-dichten door geen volk in zoo hooge mate beoefend werden als door de Portugeezen.

Gy kent my: medelydent, meêgaande, en zoo voords. Deze weekheid behaagde. Myne Tante zelf, of schoon ik hare gehate Zusters dochtertje was, kreeg my, op hare wys, recht lief. Zy mydde ons huis niet meer, om dat ik meê oeffening hield, en meê huilde. Twaalf jaren leefde ik zo gelukkig, als een gehoorzaam en gelieft kind leven kan. Toen keerde myn lot.

Werkelijk kenschetste het bruin verweerd gelaat hem als iemand, die veel aan den invloed van de buitenlucht is blootgesteld geweest, terwijl de trekken bij eene oppervlakkige beschouwing niets gedistingueerds hadden; zij waren grof en goelijk; om den grooten, gullen mond speelde een welwillende glimlach, die echter verre was van zekere stereotype weekheid en het wenkbrauwfrondsen, het voorhoofdsrimpelen niet belette als er oorzaak voor was.

Wij hebben over verschillende Egyptische werken gesproken als zijnde fijn en zuiver; zij zijn echter geen karakteristieke voorbeelden, het zijn niet die, welke in hoofdzaak hulde verdienen. Fijnheid, een zeer goede eigenschap, is echter nauw met weekheid verbonden en de poging om deze tot uitdrukking te brengen, is geschikt den kunstenaar te benadeelen.

»Hoe weet jij dat?" vroeg hij woest. »Hoe ik dat weet, nu, die vind ik fraai, alsof papa l'hyène niet genoeg bekend is bij de vrienden in de sociëteit." »'t Is waar," zeide hij, »'t is niet de eerste; maar, enfin, het doet er niet toe, wat maakt het uit één meer of minder," en hij dronk den eenen beker wijn na den andere. »Goed," zeide ik, »zoo mag ik u zien, papa! geen weekheid asjeblieft."

Wel waren eenige ruiters en voetknechten het land opgerukt om deze laatsten uit hunne schuilhoeken te verdrijven; maar de weekheid van den grond, welke langs het meer, gelijk wij zeiden, moerassig was, de menigvuldige slooten en dijkjes, welke zij gedurig ontmoetten, maakten hun weldra zoowel het voortgaan als den terugtocht even moeilijk: en bleven zij op de landpaden, daar zagen zij zich dadelijk van alle zijden bestookt door de vijanden, die òf hun te gemoet kwamen, òf van achter hunne hinderlagen te voorschijn sprongen.

Zij gevoelde eensklaps een nieuwe aandoening, een smeltende weekheid in haar hart, die zij niet begreep. Hij bleef bij hun groepje, bij de piano; hij stond vlak naast haar, maar sprak met Ange, terwijl Léonie luid schertste met Etienne, die haar brutaal het hof maakte. Een enkele maal zag Otto Eline aan, om haar te doen deelen in hun gesprek over niets, en zij glimlachte zonder te hooren.

Waarom dorst zij dan nu bijna niet tot hem opzien, als vreesde zij iets in zijne blikken te lezen, dat haar zou doen ontstellen.... Zij verzamelde heur moed; zij zag hem, terwijl hij voortkoutte, vol aan; zij wilde zich niet laten medesleepen door hare neiging vol weekheid en zwakheid. Zij wilde hem laten blijken, hoe ze nog hetzelfde meisje van vroeger was, dat hem de waarheid dorst zeggen.

Het is vreemd, zoo vreemd! murmelde zij onhoorbaar. Ik begrijp niet, waarom ik aan hem denk, ik wil niet aan hem denken, en ik denk altijd aan hem.... Zij wist dat het zoet zoude zijn, zich aan hare gedachte zonder strijd over te geven, maar een trots verdreef aanstonds zulke weekheid. Zij voelde zich, had Théodore gezegd: er zat ras in haar!

Weldra schoot een hert uit het bosch te voorschijn; wij jagen het dier na, dwars door het hooge gras, dat een aantal kuilen en greppels voor hot oog verbergt; de inlandsche paarden weten met merkwaardig instinkt die gevaarlijke plekken te vermijden: zij voelen aan de weekheid van den bodem, dat een poel of greppel in de nabijheid is en springen er over heen.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek