Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Bij de daar vermelde literatuur-opgave is te voegen eene mededeeling van W. DE VREESE in Tijdschr. voor N.T. en L., X, 33 vlgg. Vgl. I, c. 40, vs. 50 vlgg.; I, c. 44; I, c. 16; III, c. 10. Vgl. I, c. 16, c. 15, c. 2, c. 5; II, c. 39, 251 vlgg. te verg. met RUYSBROECK I, 41: "Dese heilege Kerke, dat sijn alle goede minschen met Gode verenecht, ende te gadere geroepen iegewelc met al den anderen."

Vreese en de Braeuw kunnen misduid worden tot een beweren, dat kantoorbedienden zelden trouwen, dat reizen in den vreemde onze jongeluî bederft.

Hij lasterde Vreese, maar de in het duister afgeschoten pijl stiet op den schutter terug, en hij kreeg zijn afscheid. Hoe Effens en Zoon er voor boetten, dat hun open aard hun niet had vergund, hem te verhelen, hoezeer zijn karakter hen tegen de borst stiet!

Het eerste is er nog, maar de laatste! Als Vreese dichter was geweest, hij had er uitgebrande vulkanen in gezien. Herkenning, herinnering, herschepping, de daad, de gedachte, de opmerking, was het werk van een oogenblik; eenige onbeduidende vragen en antwoorden volgden, de Braeuw was al begonnen aan eene vertelling van zijne historie. "En ben je nog altoos bij den Oude? Hij was mijne gading niet.

Onwillekeurig hief zijne hand zich van de toetsen op, de verzoeking was hem te sterk, hij wilde zijnen arm om haar midden slaan. Helaas! Betsy begreep en verijdelde het gevaar, waarin zij verkeerde; ze zong den tekst, smeltend als hij was. "Maar een kantoorbediende!" zuchtte Vreese, op wien hare zelfoverwinning den invloed uitoefende van een koud bad.

En echter, gij zult als ik Vreese beklagen, wanneer ik er bijvoeg, dat hij er zijn jaren verloopen sedert het oogenblik, 't welk ik schetste, na vaak, maar altijd vergeefs naar eene betere betrekking te hebben gestaan, zich thans te oud acht om naar Nederland's Indië te vertrekken, en die meening voedsel geeft door de theorie te onzent aan de orde van den dag; "Eén vogel in de hand is beter dan drie in de lucht!"

"Maar me dunkt," zegt Vreese, om toch iets te zeggen, "ge hebt geene reden van klagen, zoo dikwijls buiten betrekking, en toch telkens weer geplaatst ..." "O dat is het minste, jongenlief, als men zich presenteert, zooals ik ... fameux!

Maer hy versoeckt terstont, dat haer de gansche bende Vertreckt* uyt dat gewest en elders henen wende, Wt vreese soo hy bleef of woonde daer ontrent, Dat hy van eenigh mensch eens mochte zijn bekent*. 860 Daer gaet hy metten hoop in vreemde landen dwalen, En hy en mist niet eens syns vaders hooge zalen, Hy acht geen ongemack, geen schande, geen verdriet, Wanneer hy maer een reys syn Pretiose siet.

Uitgave zijner werken door Prof. DAVID (Reeks: Vlaemsche Bibliophilen) 1856-'69. Voornaamste werk over hem van Dr. A.A. V. OTTERLOO, (Amsterdam, BRINKMAN, 1874). Eene tweede uitgave daarvan is bezorgd door Dr. J.C. VAN SLEE in 1896. Vermelding verdienen voorts: de Bijdragen tot de kennis van het leven en de werken van Jan van Ruusbroec.... door Dr. W.L. DE VREESE, (Gent, A. SIFFER, 1896); Jan van Ruusbroec's Taal en Stijl door Dr. H. CLAEYS, pr. (Gent, A. SIFFER, 1894); wat over R. gezegd wordt in B

"Hoe heb ik het met je? Stupéfait, Vreese, ken je dan waarachtig Braeuwtje niet meer? De Braeuw, man!" Vreese herinnert zich, ja. Het is zeven jaren geleden, en toch heugt het hem, dat er, op een' mooijen Meidag, een flinke borst aan het kantoor kwam, die er maar een half jaar bleef, en aan wien hij echter dikwijls heeft gedacht; de jongen had raafzwart haar, en oogen als vuur.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek