Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
En toen zij tot hem een vrouw brachten, die op heeter daad van overspel was betrapt, en hem haar oordeel toonden als het in de wet geschreven stond, en hem vraagden wat men moest doen, schreef hij met zijn vinger in de aarde, en toen zij bij hem aanhielden, zag hij op en zeide: "Die van u zonder zonden is, werpe het eerst den steen op haar."
't Zal toch nog regenen, meende Geerten ... Suske, Venijnige Charel, Domien en heel het zooitje, stonden bijeen, toen Geerten, de handen diep in de broekzakken, met zwalkenden gang, hen naderde ... Seffens vraagden ze hem, nieuwsgierig en drukdoende, naar zijn wedervaren van den vorigen nacht.
Te zamen gingen zij naar de poort tegenover den Berg van den Slechten Raad, sinds onheugelijke tijden de plaats, waar de melaatschen aan den weg zaten te bedelen. Daar bleven zij den ganschen dag, deelden aalmoezen uit, vraagden overal of men de twee vrouwen ook gezien had, en beloofden een rijke belooning aan ieder, die hare verblijfplaats kon aanwijzen.
Zij lachten ons uit, toen wij hen vraagden, of ze bij zulk dik weer den weg wel konden vinden en voeren vlug weg. Ofschoon wij drie kwartier moesten roeien, kwamen we precies bij hun landingsplaats aan. Om zonder een spoor van zonneschijn en bij volstrekte windstilte met zooveel zekerheid voorwaarts te komen, moesten deze menschen werkelijk met een zesde zintuig begiftigd zijn.
Was het angst voor het doodsgevaar, dat haar zoon had getrotseerd, of moedertrots over zijn heldenmoed? Zij wist het niet zij was vol vreeze en vreugde! Intusschen naderde Frieda met twee tot aan den rand gevulde bekers. »Brengt ge wijn?" vraagden de Boerenkrijgers.
De schepelingen die daar wegroeiden, zouden misschien 't Vaderland weerzien, hun dorp, hun huis, hun gezin! En ze zouden van de reis verhalen! En daar klonken stemmen de ongelukkige moet ze gehoord hebben in z'n verlatenheid! stemmen die aan de teruggekeerden vraagden: "waar is myn zoon, waar is myn broeder, waar is myn echtgenoot, waar is onze vader, uw Vice-admiraal Jakob Claesz. Van Ilpendam?"
Moedeloos wierp hij zich op zijn leger om en om, aan slapen viel voor hem niet te denken, want het leed geen twijfel: het Joodsche koninkrijk, waar hij van gedroomd had, loste zich op in wat het was een droom. Den volgenden morgen tegen de tweede ure reden twee mannen in galop naar Ben-Hurs tent, stapten af, en vraagden hem te zien.
Eenigszins teleurgesteld vraagde Herodes: Welke vraag hebt gij tot den hoofdman aan de poort gericht? Wij vraagden hem: Waar is de geboren koning der Joden? Nu begrijp ik waarom het volk zoo opgewonden was. Is er dan een tweede Koning der Joden? Onbevangen antwoordde de Egyptenaar: Er is een jonggeboren Koning.
Duizenden stemmen vraagden wat er gebeurd was, maar niemand kon het antwoord geven. Ben-Hur behield zijne bedaardheid. Kunt gij zien wat daar geschiedt? vraagde hij een der zijnen. Neen. Ik zal u optillen. Hij greep den man met beide handen om het middel en tilde hem van den grond. Wat ziet ge? Mannen met knuppels gewapend. Zij slaan op het volk in. Zij zijn als Joden gekleed. Wie zijn het?
Daar men gedurende de dagen tusschen het overlijden en de begrafenis toch niet altijd over vader Dirksz kon spreken, zoo had Pieter oom Klaas verzocht, te verhalen, wat hem alzoo gedurende zijne laatste reis gebeurd was, en de goede man voldeed hieraan volgaarne, te meer, daar ook de anderen hem zulks vraagden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek