United States or Costa Rica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Frits Jansen onderzoekt nog eens zijn Henri-Martini-geweer, meet op het gezicht nauwkeurig den afstand zooveel meter en stelt het vizier.

Doch 't is beter zoo, dadelijk met open vizier te strijden, bij 't begin af aan der Inlandsche maatschappij te zeggen geheel en al, van welken geest wij zijn. Maar wie kaatst, moet den bal terug verwachten, nietwaar? En daarom is 't, dat ik u eenig uitstel vraag met het publiceeren van mijn brief.

Hij zette zijn bril op, scheurde de enveloppe open met de eerbiedige ontroering van een vizier, die een firman van den sultan ontvangt, en begon den inhoud te lezen. Bij de eerste regels groefde een vreeselijke grijns karmijnroode plooien in het vet van zijn wangen, en begonnen zijn kleine oogjes vonken te schieten, die bijna de lokken van zijn verwarde pruik in brand staken.

Maar die dichte plaats is een uitgezochte kapel voor de priesters van St. Nikolaas." "Op mijn woord van eer," zei de ridder, zijn vizier sluitende; "ik geloof, dat gij gelijk hebt!"

Hij reed, gevolgd door zijn schildknaap, die ook het vizier gesloten hield, naar den wapenkoning en sprak: "Ik, genaamd de Onbekende Ridder met de gele Handschoen, verklaar ter eere van Jonkvrouw van Arkel de uitdaging van Heer Hendrik van Vianen aan te nemen." Daarop plaatsten de beide ridders zich op een grooten afstand van elkander en maakten zich strijdvaardig.

Toen al zijn pogingen mislukten, riep hij zijn hodja's en kadi's zoowel als de edellieden van zijn district op en deze mannen spraken aldus tegen Stephanus: "O, Stephanus, de vizier heeft ons bevolen u tot het ware geloof te bekeeren.

Hij snelde toe waar de roode ridder lag, sloeg op diens vizier en riep uit: Mordret! Mordret! Zijt gij dat!? Mijn gezelle van Tafel-Ronde?! Lace, ik!! riep Mordret. O, help mij, Gawein, help mijn ziele en mij! Maar Gawein stortte toe op den zwarten ridder, die, den schedel gekloofd, lag in het stof van den weg. En zoodra hij diens zwarte vizier opsloeg, riep hij uit: Didoneel! Didoneel!

Nadat Adeelen en de onbekende Ridder zich elk aan eene zijde van het krijt begeven hadden, steeg eerstgemelde af, lichtte zijn vizier op, en trad, van twee Herauten vergezeld, naar een klein altaar, dat men voor den ledigen zetel des Graven had nedergesteld en waarboven een geordende geestelijke een kruisbeeld hield.

Bij den klank der stem van den eenen vreemdeling heeft de ridder zich luisterend opgericht, en toen deze het vizier ophief en den mantel terugsloeg, is Wolf van Hammerstein eerbiedig op de knieën aan zijn voeten neergevallen, heeft zijn beide handen gegrepen, zijn gebaarde lippen daarop gedrukt en uitgeroepen: "Hendrik, mijn Heer en Koning!"

Een weinig verder komt men aan eene deur, die den toegang geeft tot eene tweede poort. Menig vizier heeft gesidderd, als hij onder haar somber gewelf doorging, want op die plaats stonden de djellad of scherprechters, en wachtten op de staatsdienaars, die door den souverein ter dood veroordeeld waren. Overigens levert deze hof of liever deze binnenplaats niets merkwaardigs op.