United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men heeft deze ziel vroegtijdig verstompt in scholen, waar niets wézenlijks onderwezen wordt, een weinig, maar heel weinig van practischen aard, en niets van moreel belang; in-dier-voege, dat de wanhopigste verveling haar drijft tot ontzenuwende genietingen, welke haar nog meer verstompen. Maar deze dubbele operatie is niet altijd in staat een sterke ziel uit te blusschen.

"Mijn vader hield veel van den Graaf van Falckestein: dikwijls spreekt hij van hem, en altijd geraakt hij in drift, als hij gewag maakt...." "Van de rampzalige wijze waarop hij omkwam, nietwaar? Vrees niet, mij door te sterke uitdrukkingen zeer te doen: ik heb zooveel geleden, dat ik bijna verstompt ben voor aandoeningen.

Hoe pijnlijk gaan hem zijn aardigheden tegen fransche comedie en italiaansche opera af, als hij niet te zeer verstompt is om eenigerlei malligheden te bedenken, om zijn' nijd achter schimp te verbergen, om spijtig te zijn.

Hij is een ~bot~ mensch, een botterik. ~Stomp~ beteekent in overdrachtelijken zin: traag van begrip of van oordeel, suf. Door het lange peinzen was hij geheel ~verstompt~. Dit potlood heeft een punt. Een hoek is grooter dan een rechte. Ik heb mij daarop gedacht. »Hij zwaait het vreeslijk treffend zwaard, door duizend slagen geschaard." De jenever had hem geheel . Behandelen bejegenen.

Te harer verontschuldiging kon vroeger worden aangevoerd dat de last der eeuwenlange onmondigheid haar zóó had neergedrukt, zóó verstompt, dat zij langen tijd geen poging kon aanwenden om zich op te heffen; zelfs voelde zij daardoor niet hoe de onderworpen toestand, waarin wet en zeden haar geplaatst hadden, niet haar natuurlijke plaats was en besefte zij niet waarom het belang der samenleving hare opheffing uit deze vernederende positie vorderde.

Tot mijne groote verbazing bracht hij ze aan mijne lippen. "Drink!" zeide hij. Had ik goed verstaan? Was mijn oom gek? Ik zag hem met een verstompt gelaat aan. Ik wilde hem niet begrijpen. "Drink!" herhaalde hij. En zijne waterflesch optillende ledigde hij ze geheel tusschen mijne lippen.

En denkt gij, dat het met een schaduw van onderwerping zal tevreden zijn? Zal de wolf, die de schaapskooi beloert, zich vergenoegen met den plas ledig te drinken, waarin zich de kudde spiegelt, en den schijn voor het wezen nemen? Neen! zoo hij er kans toe ziet, hij zal de kooi bespringen, en, al is zijn honger geboet, hij zal uitmoorden, zoolang hem de tanden niet verstompt zijn.

Deze fraaie gewoonte dateert niet van gisteren. In een van zijn verhalen vertelt Cervantes van de ontelbare menigte bedelaars, valsche gebrekkigen en zakkenrollers, die dezen uitverkoren observatiepost innemen. Hij kon ze naar het leven schilderen uit zijn nabijzijnde woning. Er verandert niets in dien mooien zonneschijn van Spanje, die een mensch tot luiheid geneigd maakt en den geest verstompt.

Langzamerhand werden de ongelukkigen stompzinnig, geduldig, geesteloos, terende op weinige maar liefelijke herinneringen, ten slotte geheel verstompt en gewoon aan lijden en ontbering. Uur op uur zat de tribuun in zijn armstoel en overdacht al wat maar te overdenken was; alleen niet het ongelukkig lot der slaven op de roeiersbanken.

Deze fraaie gewoonte dateert niet van gisteren. In een van zijn verhalen vertelt Cervantes van de ontelbare menigte bedelaars, valsche gebrekkigen en zakkenrollers, die dezen uitverkoren observatiepost innemen. Hij kon ze naar het leven schilderen uit zijn nabijzijnde woning. Er verandert niets in dien mooien zonneschijn van Spanje, die een mensch tot luiheid geneigd maakt en den geest verstompt.