Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Evenals bij de vorige soort, zouden bij deze de vleugelspitsen den top van den staart bereiken, indien niet de aan 't einde versmalde middelste staartpennen ver voorbij de overige verlengd waren. Totale lengte 37, staartlengte 13 cM.
De romp van de groote Beren is ineengedrongen, die van de kleinere dikwijls slank, de kop langwerpig rond, middelmatig lang, met naar voren sterk versmalde, maar gewoonlijk recht afgestompte snoet; de hals is naar verhouding kort en dik; de ooren zijn kort en de oogen betrekkelijk klein. De voetzolen, die bij 't gaan over hun geheele lengte den bodem aanraken, zijn bijna geheel onbehaard.
Men ziet dat in de gesprekken van kapitein Hod en zijn oppasser het woord »tijger" nooit werd uitgesproken. Het was onnoodig, de twee jagers begrepen elkander. Intusschen versmalde zich de bedding der Hoogly, die bij Calcutta bijna een kilometer breed is, al naarmate wij verder gingen.
Ik herinner mij dat dagelijks gaan kijken naar 't kanaal, dat hopen en vreezen, dat rusteloos speuren naar den stroom, die overdag weer afvrat wat de vorst des nachts aanbakte, tot weldra de open geul versmalde en versmalde en eindelijk op een ochtend dicht lag, hard-dicht, als één lange donker-glinsterende spiegel, zoover het oog kon reiken, tusschen de kaarsrechte, met boomen beplante oevers van 't kanaal.
»Dit tijdig genoeg van het overtollige water verlost zijn, is het voorname punt, waarop alles aankomt, dat wordt door hen, die denken alles met de stoomkracht te zullen kunnen dwingen, te veel over het hoofd gezien: zij verliezen uit het oog, dat door de ringvaart het water wel eindelijk in zee te Katwijk, of op Spaarndam of op Halfweg kan uitgepompt worden, doch dat de weg, welken het water nemen moet, te lang is, dat er te veel tijd verloren gaat, voordat de, bij de droogmaking zoo zeer verminderde en versmalde toevoermiddelen, het overtollige water bij de eindelijke uitlozing zullen aangebragt hebben, en dat mitsdien die landerijen, welke in de verder afgelegene hoeken van Rhijnland, achter den Rhijndijk en ten zuiden dier rivier gelegen zijn, niet dan zóó laat in den zomer zullen droog geraken, dat zij, geene voldoende vruchten kunnende opleveren, zullen moeten verlaten worden."
Dit water, al herinnert het niet meer aan de wilde zee der oude kronieken, is toch nog altijd dat IJ, waarvan de naam onafscheidelijk is saamgeweven met de geschiedenis van Amsterdam, ja ik mag wel zeggen, met die van ons vaderland. En dat versmalde, straks tot een kanaal ingekrompen IJ is nog altijd de weg, die Amsterdam met de zee, met de wereld daar buiten verbindt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek