United States or Guyana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Evenals bij de vorige soort, zouden bij deze de vleugelspitsen den top van den staart bereiken, indien niet de aan 't einde versmalde middelste staartpennen ver voorbij de overige verlengd waren. Totale lengte 37, staartlengte 13 cM.

De Kraaien verschillen van de Raaf door den minder sterk gekromden rug van den snavel, die iets korter is dan de loop en door het lossere, niet zeer glanzige vederenkleed; de vleugelspitsen bereiken de afgeronde spits van den staart niet. Twee soorten van Kraaien stemmen in grootte, verhoudingen van lichaamsdeelen, gewoonten enz. zoo volkomen overeen, dat zij, behalve aan de kleur van de veeren, moeielijk te onderscheiden zouden zijn. Deze de Kraai, Zwarte Kraai of Boschkraai (Corvus corone) en de Bonte Kraai, Winterkraai, Grijze Kraai of Schierroek (Corvus cornix) worden daarom door sommige onderzoekers als plaatselijke rassen van dezelfde soort beschouwd. De eerstgenoemde is zwart met een viooltjeskleurigen of purperen weerschijn en een bruine iris, in de jeugd dofzwart met een grauwe iris. De Bonte Kraai daarentegen heeft den kop, den voorhals, de vleugels en den staart zwart, alle overige lichaamsdeelen echter licht aschgrauw (bij de jongen vuil aschgrauw). De totale lichaamslengte bedraagt bij beide 47

De zwemvliezen zijn uitgesneden, d.w.z. hun voorrand vormt een binnenwaarts gebogen lijn; de buik is wit. Zij onderscheidt zich van hare verwanten door den snavel, die even lang als de kop en betrekkelijk dik is, door de kortheid van den staart en zijne 4 cM. lange gaffelspitsen, waarachter de vleugelspitsen ver uitsteken.

Beurtelings naar de eene en naar de andere zijde overhellend, zeilt hij op echt bevallige wijze verder, nu eens op zoo korten afstand van de rollende golven, dat hij er zijn vleugelspitsen in schijnt te dompelen, dan weer met even groote lichtheid en vrijheid van beweging naar het zwerk opstijgend.

Zij broedt aan de oostkust van Engeland, in Norfolk en op de Farne-eilanden in Northumberland. Het oog is bruin, de snavel oranje met zwarte spits, de poot oranje. De vleugelspitsen steken voorbij den staart uit en deze is 3 cM. diep gevorkt. Zij is de kleinste soort van de geheele familie. Totale lengte 22, staartlengte 8 cM.

De bovenkop en de nek zijn fluweelachtig zwart, alle bovendeelen helder zilvergrijs, de hals en de onderdeelen zijdeachtig wit met een flauw rozerood waas, de vleugelspitsen donker aschgrauw, de laatste armpennen en de stuurpennen grijsachtig wit. In het winterkleed is de kop wit tot aan het achterhoofd, en vertoont dit zwarte vlekken; de onderdeelen zijn dan zuiver wit.