Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Het was mijn volk dat vluchtte en die duizenden joegen voort, als zinneloos en verloren, met rood- vlammende gezichten, zij ijlden als verjaagde dieren die de dood ontvluchten, alsof uhlanen met gevelde speer hun op de hielen zaten; zij gingen met starre blikken en gebogen hoofden alsof de zoldering van den hemel ging instorten bij 't gedaver van de aarde.
"Ik sta als versteend," zeide Mom: "zult gij ons ook van dit raadsel de oplossing verkiezen te geven, Pater?" "Ik heet Van Dyk," zeide Eugenio koeltjes, "en ben een verjaagde Remonstrant, die in Den Bosch woont; want, zoo mijn gezicht mij niet bedriegt, zie ik aan het eind der straat Klaas Meinertz met twee Arminianen komen."
Maar de sergeant, die er toen de wacht had, gaf hun dit moedig bescheid, dat er kruid en lood genoeg binnen de stad was, om hun eisch voeglijk te beäntwoorden, waarna hy hen verjaagde, de valbrug liet ophalen, en de poort sluiten.
De alzoo verjaagde en verstooten kooplieden vonden geen ander middel om hun voordeel te betrachten, dan dat van zich aan de uitgangen der landwegen te plaatsen, en aldaar de aankomst der afgevaardigden af te wachten: en het duurde ook niet lang of dezen vertoonden zich, zooals het gemeenlijk gaat, eerst bij tusschenpoozen en in geringen getale, en vervolgens in groote menigte te gelijk: terwijl eindelijk sommigen, die van verre plaatsen aankwamen of tegenspoed op reis gehad hadden, geheel alleen verschenen.
Achter mij tierden de kameraden. De onheusche vrouw snelde kakelend den oever langs, als eene van haar nest verjaagde henne. Ik bleef duizelig achter; zij werd kleiner en kleiner, en was eindelijk nog slechts een zwarte stip in het blanke landschap...
Met getrokken sabel renden we dan op den vijand los. Die sloeg op de vlucht, niet bestand tegen ons élan. Enkele dapperen konden echter zoo'n schandelijke vlucht niet verdragen. Ze bleven staan, het zwaard in hun vuist. Blindweg sloegen ze in 't rond. Dan kwamen hun verjaagde makkers weer terug. De moed van enkelen niet waar? de moed van enkelen is de kracht van allen.
't Kaarsje naast 't avondmaal, 'n allerongelukkigst eindje, stuiptrekte, de norsche wallen van den toren grillig bevlammend. De verjaagde nachtuilen, niet snappend welke zonderlinge gebeurtenis op 't plat geschiedde, fladderden spichtig heen en weer, neerplonzend en weer schrik-schreeuwend vluchtend. Meneer, ongezond-bleek, streek een lucifer af.
Hoe dit zy, de kraampjes werden weggeruimd, en de verjaagde industrieelen behielden alleen het recht zich privatim onder de menigte te dringen, die straks roepen zou: "leve... dit of dat!" naar den eisch van 't oogenblik. Ze mochten meeschreeuwen ook. 't Is eigenlyk heel vreemd dat vorsten sterven. Al die vivat's schynen niets uittewerken.
In 't knetteren en sissen van 't vuur zou ik meenen de klachten der daklooze herinneringen te hooren, en op de blauwe punten der vlammen zou ik meenen de verjaagde geesten te zien zweven. Ik zou er aan denken, hoe de smart schoon maakt, hoe het ongeluk glans verleent en ik zou schreien, alsof een tempel voor oude goden opgericht tot ondergang gedoemd was.
Op zij van de uitgangen stonden wij, gedekt door stukken rots, om het eruit verjaagde dier onder schot te krijgen. Achter ons stond de begenadigde kunstenaar met gevelde speer en met een gezicht, even vuilwit als zijn kleed.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek