United States or Paraguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


De lange, losse, zwak glanzige vacht is van boven donkerbruin, aan de onderzijde vuilwit of geelachtig wit. De koloniën Nieuw-Zuid-Wales, Victoria, Zuid-Australië en Tasmanië zijn het vaderland van de Kangoeroerat. Zij houdt veel van streken, die slechts hier en daar met struiken begroeid zijn, en vermijdt het open veld.

De Zwartkopmees, ook wel Korstje Kaas, in Gelderland Zwartkoppige Bijmees, in Noordbrabant Ossenkopje, in Friesland Rietmees genoemd (Parus palustris)> heeft een lengte van 12 cM., waarvan 5 op den staart komen. De bovenkop en de nek zijn donkerzwart, de kin en de keel grauwzwart, de bovendeelen vaal aardbruin, de zijden van den kop en den hals benevens de onderdeelen vuilwit, op de flanken bruinachtig uitvloeiend, de slagpennen en staartvederen donker aardbruin, naar buiten met smallen, grijsbruinachtigen zoom. Evenals de Pimpel is zij als broed- en zwerfvogel door ons geheele land verbreid, hoewel zij nimmer in zoo grooten getale voorkomt. Zij heeft een korten en zachten, maar afwisselenden en aangenamen zang. Men vindt haar nest in holle boomen van laaggelegen bosschen, hoogstens 4 M. boven den grond. De 8

De kleur van de bovenzijde is licht roodachtig bruin, met grijs en een zwartachtige tint gemengd, die van de onderzijde is vuilwit, de korte staart is aan de spits bruin gestreept.

De zeer lange staart was donkerbruin geringd en de onderdeelen van het dier waren vuilwit van kleur.

Bij het mannetje van de Roodmusch zijn de kruin, de keel, de krop en de staartwortel karmijnrood, de achterhals en de rug bruingrijs, met donkere, karmijnrood getinte vlekken geteekend, de buik, de schenkels en de onderdekveeren van den staart vuilwit; de donkerbruine slagpennen zijn aan de buitenzijde roestgeelachtig wit gezoomd; de schouderveeren hebben licht bruinachtige randen en zijn karmijnrood getint; de stuurpennen zijn grijsbruin met iets lichteren zoom; de bovendekveeren van den staart hebben een karmijnrooden zoom.

Bij de jongen van beide soorten zijn de kop, de nek en de rug grijs geelachtig, alle vederen hebben een witte streep op de schacht en een grijzen rand langs de spits, de onderdeelen zijn vuilwit, op de borst grijsachtig, met onduidelijke grijsbruine zoomen aan de vederspitsen, de slagpennen en de stuurpennen zijn bleekzwart, de dekvederen roestgrijsachtig gezoomd.

De iris is donkerbruin, de snavel roodachtig vuilwit, de poot vleeschkleurig.

Totale lengte ongeveer 20, staartlengte 8 cM. De bovenkop, de wangen, de achterhals en de zijden van den hals zijn licht aschgrauw, de mantelveeren koffiebruin, de keel en de gorgel zwart, de zijden van de borst en de flanken licht geelachtig aschgrauw, de kin, de borst en het midden van den buik vuilwit, de zeven eerste handpennen zwart, aan de buitenzijde en aan den top met bruinachtig witten zoom, de schouderveeren donkerbruin, de middelste staartveeren zwart, aan de binnenzijde wit gezoomd, alle overige sneeuwwit.

De slagpennen hebben een donkerbruine, de bovenste dekveeren van den vleugel een sprekend roodbruine kleur; de groote vleugeldekveeren zijn aan den wortel zwart, overigens wit, waardoor een zeer in 't oog vallende dwarsstrook ontstaat; de staartveeren zijn donkerbruin, aan de buitenzijde vaal gezoomd. Het oog is vaalbruin, de snavel zwartachtig, in den winter vuilwit de poot bruinachtig.

De veeren van de bovenzijde zijn donker bronskleurig groen, die van de kin en van de keel tot aan de zijden van den hals robijnrood, met zwakken, groenen weerschijn wanneer het licht op een bepaalde wijze invalt; de onderdeelen zijn vuilwit, de zijden van den romp metaalachtig groen, de slagpennen en de buitenste staartveeren donkerbruin met zwakken, metaalachtigen weerschijn.