Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
De meest voorkomende van deze was eene wiersoort, die tot de draadwieren behoort, en wel tot het geslacht Lyngbya. Zij ontving van den heer Treub ter eere van Verbeek den naam van "Lyngbya Verbeekiana." Die algen waren de voorgangsters der varens. Zij waren de eerste bewoners van Krakratau na de uitbarsting.
Wat wij van de "Loudon" waarnamen, waren slechts losse indrukken; de opname van Verbeek is een monument! Maar welke vreeselijke impressie van verlatenheid en verwoesting ook de platen van zijn Krakatau-album maken, toch gaven zij mij niet den aanblik van de kusten en eilanden terug, zooals wij die zagen van af de "Loudon", toen de verwoesting vóór één etmaal geschied was.
2°. dat geene andere veronderstelling omtrent den oorsprong der verschijnselen waarschijnlijk is. Daar nu de argumenten der Royal Society, ter verdediging van deze stellingen geopperd, geheel afwijken van de beschouwingen van den heer Verbeek, zal eene nadere toelichting zeker van belang zijn.
De andere optische verschijnselen: de bloedroode, blauwe, groene en loodkleurige zon en maan, en de droge mist, kwamen het sterkst in 1883 tijdens de uitbarsting voor, terwijl zij langzamerhand verminderden. Deze verschijnselen moeten in alle geval worden toegeschreven aan vaste deeltjes in de atmosfeer, en ook de heer Verbeek schreef ze bij hun eerste optreden toe aan stof, afkomstig van de uitbarsting. Ik wil echter hier de aandacht hoofdzakelijk vestigen op de schemeringsverschijnselen. Voor wij partij kiezen voor de slotsom der commissie tegen den heer Verbeek, voor wij al de optische verschijnselen gedurende twee en een half jaar mogen toeschrijven aan Krakatau-stof, dient onder anderen eerst te worden aangetoond: 1° dat de hoeveelheid en de hoogte van de uitgeworpen stof voldoende was, en dat die stof 2
Volgens zijne berekening is er bij de uitbarsting minder dan één kubieke kilometer fijne asch uitgeworpen. Deze hoeveelheid, over de geheele aarde uitgespreid, geeft een laagje van 0,002 m.M. dikte, hetgeen zoo uiterst weinig is, dat de heer Verbeek niet kan aannemen, dat de asch nog zulk een belangrijke rol in de atmosfeer zou kunnen spelen.
Hoe noordeliker in de Nederlanden, in hoe kleiner aantal deze namen optreden. In de friesche gewesten ontbreken ze. Die, welke men dáár aantreft, zijn er niet oorspronkelik inheemsch. Als voorbeelden van deze, op zich zelven meestal onbelangryke namen mogen hier genoemd worden: Verbaan, Verbeek met Verbeeck, Verbeke en Verbeken, Verbrugge met Verbruggen, Verbrugghe en Verbrugghen, enz.
Het eiland was moeilijk begaanbaar, door de verbrokkelde gesteenten en het weelderige, tropische plantenkleed, dat het geheele eiland bedekte. Dat wij iets weten van de gesteenten, waaruit Krakatau bestond, hebben wij uitsluitend te danken aan Verbeek.
Volgens den heer Verbeek heeft niemand eigenlijk kunnen waarnemen wat er gebeurde, omdat alles in eene duisternis gedompeld was, die, volgens de verklaring van getuigen, donkerder was dan de donkerste nacht.
De heer Verbeek merkt zelf hieromtrent op, dat de zee aan de Zuidzijde van het eiland tot 35 M. hoogte is opgeloopen, dat de zee over de lagere gedeelten van het eiland van Zuid naar Noord is gestroomd en daarbij alle planten en boomen heeft medegesleept.
Tot nu toe schatten wij de hoeveelheid uitgeworpen fijne stof met Verbeek op 1 kubieken kilometer, zijnde 1/18 van de geheele hoeveelheid uitgeworpen stoffen, en wij hebben aan de hand van het Engelsche rapport de mogelijkheid bepleit, dat de optische verschijnselen alléén aan die stof konden worden toegeschreven. Deze hoeveelheid is echter, volgens de Royal Society, veel te laag getaxeerd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek