Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Er waren feestelijkheden en gastmalen ter ontvangst van de gasten, en met gerechtvaardigde voldoening mocht het bestuur in zijn verslagen mededeelen, dat de jaarlijksche inkomsten 600.000 mark bedroegen en dat in de periode van veertig jaren, waarin de vereeniging reeds werkt, 13 millioen mark werd uitgegeven voor wegen, gidsen, schuilhutten, kaarten, reisgidsen en voor de ondersteuning van wetenschappelijke onderzoekers en hun uitgaven.

Onder dit hout ontdekte ik, dat van den rood- of purper-hout boom, van den yzer-hout boom, en van de bourracourra. De purper-hout boom groeit zomtyds tot de hoogte van veertig voeten, en heeft een stam van eene geëvenredigde dikte. Zyn schors is bruin en glad; zyn hout is van eene fraaije purper kleur, en van eene aangenaame reuk. Men waardeert hem zeer, uit hoofde van deszelfs vastheid.

Ja, zeer goed. Welnu, zeg mij dan alles, wat gij van hem weet. Dat is heel eenvoudig. Hij heette niet Vitalis; zijn naam was Carlo Balzani, en zoo gij een dertig of veertig jaar geleden in Italië geleefd hadt, zoudt gij weten, wie deze persoon was, naar wien gij thans onderzoek doet.

Er was iets rustigs en afgemetens in de stem en de bedaarde bewegingen van dezen forschen man met de breede schouders en de hooge gestalte. Wel was hij nog niet eens diep in de veertig, maar zijn grijze haren en zijn geheele wijze van optreden die achting afdwong, schenen een hoogeren leeftijd aan te duiden.

"Ja," zei Fantine, "veertig francs." Zij begon na te denken, en zette zich aan haar werk. Na een kwartieruurs stond zij op en ging naar de trap om Thénardier's brief nog eens over te lezen. Toen zij weder terugkwam, zeide zij tot Margaretha, die naast haar werkte: "Wat is dat toch de gierstkoorts? Weet gij 't?" "Ja," antwoordde de oude vrouw, "'t is een ziekte."

Het gerecht behoeven wij niet te vreezen: wij zijn geen bannelingen, die bij ontdekking gevaar loopen de rechterhand te verliezen. Hier ziet gij het gebouw, waarover wij zoo even reeds spraken: den St. Joris-Doelen. Veertig mannen komen hier te zamen om zich te oefenen in het schieten met den voetboog.

Een ontzinde menigte vult de wegen, de paden, de bruggen, de dalen, de heuvelen, de valleien, de bosschen, waar deze veertig duizend menschen elkander verdringen en belemmeren. Geschreeuw, wanhoop; ransels en geweren in 't koren geworpen; met den degen zich een doortocht gebaand; geen krijgsmakkers, geen officieren, geen generaals meer; een onbeschrijfelijke ontzetting.

"Wie ben je, die mij zoo vriendelijk goedendag zegt?" vroeg het oude vrouwtje. "Acht en veertig eikenbosschen heb ik zien opgroeien, en ik heb ze ook weer zien sterven; maar in al dien tijd is er nog nooit iemand hier geweest, die mij zoo vriendelijk toesprak." "Ik ben een vermoeide wandelaar," zei Paul.

Volgens de kapitulatie moesten al de officieren, die aan den strijd tegen Oostenrijk hadden deelgenomen, benevens veertig familiën, de stad verlaten. Daaronder bevond zich ook het gezin van Manin.

IJzer te bewerken, wanneer er ijs op de straten ligt, is een zuur werk. 't Gaat iemand niet in de kleeren zitten. In dit beroep wordt iemand reeds vroeg oud. Met de veertig jaren is men op. Ik was drie-en-vijftig, en 't viel mij hard. En het werkvolk is zoo ondeugend. Wanneer iemand niet jong meer is, noemen ze u "oud dier."

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek