Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Gelijk, wanneer de lente bloost, De vlinderkoningin van 't Oost, Op purpren wieken uitgesneld, Het knaapjen lokt in 't geurig veld, Hem uren lang met vluggen voet Van bloem tot bloem haar volgen doet, Dan wegsnelt en hem achterlaat Met hijgend hart en schreiende oogen: Zóo lokt, in 's levens dageraad, Op de eigen wieken uitgevlogen, De Schoonheid ook 't volwassen kind Een ijdle jacht van hoop en vreezen, Wier droevig eind een traan zal wezen, Gelijk zij met een lach begint!

»De catechisatie was uitgegaan," zooals de geijkte term luidde; »uitgevlogen" ware juister geweest, want een zwerm meisjes, kleine, groote, welgekleede, schraaltjes uitgedoste, stoven als joelende bijen wier korf werd verstoord, het huis van den dominé uit, en hortten in haar woeste vaart tegen een troep jongens aan die op hunne beurt de catechisatiekamer gingen innemen.

Zij kwam, zoodra hij "pieper!" riep, uit de omgeving van het schoolgebouw aanvliegen, ging naast haar verzorger op de bank zitten en ook wel op zijn schoot of hand. Even gemeenzaam was zij met de leden van zijn gezin; zij bewoog zich vrij in het huis; eens zelfs bracht zij hare pas uitgevlogen jongen mede en voederde een van deze onbeschroomd op de hand van Mückenheim's dochter.

"Ik weet, er waren er negentien in 't geheel!" en voor de tweedemaal werden de bloedige op zijde gebogen koppen der watersnippen en groote snippen geteld, die er nu niet meer zoo trotsch uitzagen, als toen ze waren uitgevlogen. De rekening kwam uit, en Stipans ijverzucht deed Lewin goed. Nog een tweede genoegen wachtte hem. De door Kitty uitgezonden bode te paard bracht haar brief.

Ze hoorden Akka tegen Karr spreken: "'t Gebeurde verleden jaar, toen we onze voorjaarsreis deden," zei de gans. "We waren uitgevlogen: Yksi, Kaksi en ik, in den morgen, van Siljan in Dalecarlië, en we kwamen over de groote grenswouden tusschen Dalecarlië en Helsingland. We zagen niet anders onder ons, dan het zwart-groene naaldbosch.

Dikwijls broedt het eene paar dicht bij het andere; de mannetjes, hoe ijverzuchtig zij overigens ook zijn, zoeken, zelfs wanneer het wijfje op de eieren zit te broeden, altijd het gezelschap van soortgenooten op. De jongen vereenigen zich onmiddellijk nadat zij uitgevlogen zijn, tot troepen, die weldra tot zwermen aangroeien.

Drie- of viermaal per jaar worden de nesten geplukt: in de Bandongsche grotten voor 't eerst in April of Mei, ten tweeden male in Juli of Augustus, voor de derde maal in November of December. Als het inzamelen van de nesten begint, is niet meer dan de helft van de jongen reeds uitgevlogen. In de overige helft van de nesten vindt men gedeeltelijk nog hulpbehoevende jongen, gedeeltelijk eieren.

De jongen zijn reeds uitgevlogen vóór den doerra-oogst; daar de ouden en de jongen zich tot groote zwermen vereenigen, worden zij dikwijls tot een plaag voor het land.

Van boom tot boom, van struik tot struik zwervend, overrompelt hij de nesten, slurpt de eieren uit, verslindt de al of niet vederlooze nestvogels met huid en haar, pakt en verscheurt de reeds uitgevlogen geelsnavel, die, onbeholpen en onervaren, hem niet gauw genoeg uit den weg gaan.

De jongen worden door de beide ouders uitsluitend met Insecten grootgebracht, hebben ook nog een tijdlang, nadat zij uitgevlogen zijn, de hulp van de ouders noodig, maar leeren spoedig zelf hun voedsel zoeken. Als onmondige kinderen openbaren zij hunne aandoeningen door een zonderling klinkend "sjielkend" geschreeuw, later maken zij gebruik van den loktoon der volwassen Vogels.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek