Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Op mij, nietig creatuur, onbeduidend schepseltje, op mij, die op de weegschaal als een stofje neerzweef en als een druppel aan den emmer gespet hang, op mij zag eeuwige Genade neer, naar mij heeft die heerlijke Majesteit van het Eeuwige Wezen Goddelijk mededoogen uitgestraald. Mij roept Hij met den naam van »kind van God«. Op mijn lippen wil Hij het Abba, lieve Vader! doen fluisteren.
En dan, wij herhalen het, dan is het ons niet mogelijk haar beeld voor den geest te roepen als een gehallucineerde, als iemand levende in een soort extase, zooals zoovelen haar in die oogenblikken hebben afgebeeld; er moet behalve haar jeugd en gratie, kracht en fierheid van haar zijn uitgestraald; zij moet vertrouwen gewekt en geïmponeerd hebben.
Alle plantengroei had nu weer opgehouden, en wij waren omringd door hooge, kale, roodachtige rotsen, voor welker schilderachtige vormen wij meer oog zouden gehad hebben, indien zij niet eene zoo ondragelijke hitte hadden uitgestraald en zoo verblindend het zonlicht weerkaatst.
Ik kon haar niet anders vergelijken dan met de hitte, die door de fornuizen eener ijzersmelterij wordt uitgestraald, wanneer het metaal vloeibaar wordt. Langzamerhand hadden Hans, mijn oom en ik onze buizen en vesten moeten uittrekken; het geringste kleedingstuk werd een oorzaak van onbehaaglijkheid, om niet te zeggen van pijn.
Wij hebben reeds gewezen op enkele vogels, waarvan in Japansche legenden melding wordt gemaakt, den fazant in het verhaal van Momotaro, den Ho-Ho Vogel, de Brug van Eksters in het verhaal van Tanabata, het geheimzinnige licht, dat van den blauwen reiger zou hebben uitgestraald, den Dondervogel, enz.
Met andere woorden, hield Antoine vol, in dertig millioen jaren zal de zon een hoeveelheid stof uitgestraald hebben die gelijk is aan de aardmassa. 't Is kolossaal, bedacht Snepvangers en hij voelde dat Antoine hem doordringend aankeek.
Zoo wierd uw oog sterker om te zien; zoo wierd het deksel van het aangezicht genomen; en zoo straalde in het nu ongedekte oog zacht en lieflijk bij Geesteslicht u het deugdenbeeld van Gods heerlijkheden tegen, dat in zijn heilig Woord ligt uitgestraald.
Uit deze feiten zou men bijna afleiden, dat de dampen die door sommige personen eenigen tijd worden uitgestraald, voor anderen na inademing giftig zijn: en dit wellicht nog meer, als de personen tot verschillend ras behooren.
Eertijds, in de azoïsche periode, was er in het geheel geen verschil tusschen dag en nacht, hoewel de planeet reeds om hare as wentelde, omdat het zwakke licht door de zonnenevelvlek uitgestraald, nog niet tot de oppervlakte der aarde doordrong, en omdat de aarde zelf langen tijd lichtgevend geweest was, en daarna door dampen omgeven was, die het licht opslorpten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek