Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
MAERLANT'S Martijn's, zijn Spieghel, zijn Rijmbijbel, zijn roman van Troyen zijn door BOENDALE blijkbaar gelezen; gelezen en bewonderd, want meer dan eens verkondigt hij den lof van "JACOB, die dichter hoghe"; in zijn Lekenspiegel noemt hij hem zelfs "'t hooft van alle Dietsche poëten" . MAERLANT heeft in BOENDALE die liefde tot de waarheid gewekt of versterkt, die hem den moed gaf zich zoo onbeschroomd tegenover de priesters te uiten, die hem ook aan een dichter den eisch deed stellen, "dat hi uter waerheit niet en kere"; doet hij dat, dan is hij den naam van dichter onwaardig .
Voor dit alles verwijs ik naar FRANCK'S voortreffelijke Inleiding, inzonderheid naar het hoofdstuk: Maerlants verhouding tot zijne bronnen. Vgl. V, 1006 vlgg. en FRANCK'S aanteekening op bl. 454. T.a.p. VIII, 77 vlgg. en bl. 481. Vgl. over SEGHER en zijn werk VERDAM'S Inleiding op zijne Episodes uit Maerlant's Historie van Troyen, met name p. 17, 154-5, 181.
De Roman van Troyen is vol liefdelyriek. Het is dan ook begrijpelijk, dat op ééne plaats dat lyrisch element ook den uiterlijken vorm der lyriek aanneemt en het verhaal onderbreekt met een minneliedje. Ook elders vinden wij dat lyrisch karakter: een drietal verzen van BENO
Indien men ten minste, wat mij hoogst waarschijnlijk voorkomt, dezen naam moet vertalen met Vlaming en dat werk als eene, zij het ook zwakke, uiting beschouwen van het Vlaamsch nationaliteitsgevoel . Evenals de Limborch is ook de Flandrijs een gebrekkig samenstel van allerlei bestanddeelen, grootendeels ontleend aan vroegere ridderromans: Ferguut, Walewein, Moriaen, Torec, Historie van Troyen.
Een dichter die de idealen der ridderschap tot de zijne had gemaakt, zou niet licht van den ridderlijken koning PORUS hebben gezegd, dat hij "bloedde als een rund" of uit den roman van Troyen juist beschrijvingen van wapenrustingen of van den plechtigen ridderslag hebben weggelaten. Bovendien waren die romans voor MAERLANT historie.
Doch in die verheerlijking krijgt ook de gansche adel en het gansche Brabantsche volk deel, zoodat wij reeds in den aanvang vernemen, dat "die van Brabant" gekomen zijn "uut dien van Troyen ." Langs dien, ook later niet zelden gevolgden, weg verhief men een gansch volk tot den adelstand.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek