Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Vreedzaam is hij, die zijn driften in toom houdt. Vreedzaam is hij, die zich speent aan booze, giftige woorden. Vreedzaam zijt ge, als ge liever schade en ongelijk lijdt, dan een reeds zoo machtig aangezwollen stroom van bitterheid en twist nog te verhoogen.

"Hoe zoo?" Ze gingen drinkbakken voorbij, waar paarden aan slobberden, roodbruine, als nieuwe kastanjes glimmend onder de zon; een melkwitte hinnekte, den toom op den nek tusschen het gespleten maanhaar; ze stonden met uitgerekte halzen, water morsend langs de soepele lippen en langs de gele graastanden, de bitten rinkelden tegen de bakken, ijzergeluid klinkklonk in de zonnige straat.

om den arme wiens ziel verschrompeld in kommernis, om den rijke die zijn ziel vergiftigt met ongerechtigheid. En ik praat, mijn hart ziedt, maar ik praat zachtkens, ik leid mijn woorden, als een geduldig meester de kinderkens. Met ijzeren toom houdt mijn liefde ze bedwongen, ik schik ze bedachtsaam en vol zorg, want de arme smacht.

»6 Maart 1822. Ik ben weer terug van het kommando. Ik en Gert hebben met onze vrienden 26 weken achtereen op het kommando gestaan, om de oproerige kaffers in toom te houden.

Ja heusch, zij roeide het over de rivier, nam het op haar hoofd en liep er mee naar de schuur, tot groote verbazing van den ouden boer!" "En bereed zij dat paard?" "Natuurlijk, en zij had een heerlijken rit. Ik was bang, dat ik haar aan stukken naar huis zou zien brengen, maar zij wist het perfect in toom te houden, en was de ziel van de partij."

Zoo vele liefdeloozen ? O liefde tóch! welk hart, dat haar nimmer beleed? Ook zij droegen haar toom doch zelden met de rozen, Die vroeg ontbladerde' op den bodem van hun leed. En als de lente ging wat doornen die hen wachtten Aan 't zwart-getrapte pad: de mannen, gauw berooid Van allen bloei, de vrouwen, ledig van gedachten Zelfs door geen vaal verdriet met tranen meer getooid.

Er begon beweging te komen op de bergpaden. Herders dreven ossen voort, kinderen trokken ezels mee aan den toom, stalknechten leidden hun paarden. Zij die afdaalden van de hoogten voorbij Machaerous, verdwenen achter in den burcht, anderen togen door de rotsklove aan den voorkant verder, en in de stad gekomen zetten ze hun pakken en lasten op de binnenplaatsen neer.

Zij wordt gewoonlijk afgebeeld met vleugels, met strenge en ernstige gelaatstrekken, en met een toom, zwaard of geesel in de hand. Nemetacum, hoofdstad der Atrebates in Belgica, thans Atrecht of Arras. De Nemetae, Triboci en Vangiones woonden reeds ten tijde van Caesar op den linker Rijnoever, en worden genoemd als hulptroepen van Ariovistus. Nemetocenna = Nemetacum. Nemetum, Nemossos, z.

En naast hem reed Saladin op zijn vurig ros, dat sprong en trappelde, zoodat de sterke hand van Saladin moeite had het in toom te houden. Eindelijk betrad men, uit den bergpas gekomen, eene heuvelachtige streek. De broeders zagen rond. , zeide Saladin, zijn dat niet de heuvelen van Larasch? Zie, dat is vreemd, we hebben aan de zeezijde de stad verlaten en komen er aan de landzijde weder in.

Zie bladz. 57 hier vóór. Daar staan zij, de reuzen, aan 't bogtige strand, En houden de zee in den toom en aan band, Bespotten, trotseren haar woede. Slechts weinigen houden, bij dag en bij nacht, Bij hen, bij die redders, die dwingers, de wacht; Wij slapen gerust op hun hoede. Die reuzen van dijken, wie heeft ze gesticht?

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek