Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


Cecilianus, zei Thymele; het lieve ventje is flauw gevallen! Ach wat! riep Cecilianus. Ik ben weêr beter. Het was alleen maar éven om dien beer. Ik wil niet op den ezel. Thymele, ga jij er op! Ja, Thymele! moest Cecilius na komen. Ga jij op den ezel zitten! Neen, zei Thymele; ik loop wel graag na gedanst te hebben: d

Thymele, thymele, oorspronkelijk het altaar van Dionysus, dat in het attische theater in het midden van de orchestra stond, later de orchestra zelve, waarnaar de personen, wier plaats in de orchestra was, thymelici genoemd werden. In de rom. schouwburgen, die geen orchestra hadden, noemde men thymele de plaats, waar de muzikanten stonden.

Het was veertien dagen voor de kalenden van Oktober en hoewel de dominus, met de zijnen, steeds gastvrijheid had mogen genieten bij den edelen Plinius op de villa bij Laurentum, dien vorigen avond, vooravond van zijn reis naar Neapolis, had hij bij Nilus tot afscheid vroolijk geavondmaald met alle de vrienden: met de gladiatoren, met Taurus, met Gymnazium en Lentulus, Latinus en Thymele en over en weêr waren ontroerde woorden gewisseld, met herinnering aan wie in den ramp waren omgekomen, allen verteederd door het naderend vertrek van Lavinius Gabinius en de zijnen.

Wat hebben Thymele en Latinus niet van dien ouden "Koffer" gemaakt! Goden, het vervelende ding, dat ze

De Bacchides weêr, zeide de dominus. Dan zijn de planken schoon gewasschen door de Menæchmi, treiterde de senex. Vooruit dan, vrienden! riep Nilus. Gaat iedereen meê, avondmalen? Ja, ja, ja, ja! riepen allen; Lentulus, Latinus, Thymele, Gymnazium....

Op mij ook, natúurlijk!! meende zelfbewust Thymele, de danseres, te moeten zeggen en Latinus, de beroemde mimus-speler, die als gast in het mimus-spel zoû optreden, kwam aan en vroeg wat er toch aan de hand was. Hij zal er op òns ook maken! blufte hoog-gillerig Cecilianus benauwd, angstig omziende naar de geeselzweep, die nog slap hing in den knuist van den knecht.

Bij het roode lichtje van de scæna den achtermuur met hooge zuilen, waartusschen nissen met beelden, vaag zichtbaar in de twijfelachtige schijnsels van flauw glimmende lampen, door flauw glorenden maanschemer heen, met de donker gestapelde schaduwen in de hoeken pakte de dominus het pakje uit. Hij zag de twee maskers. Latinus en Thymele kwamen ook kijken.

Dat doet er niet toe, zei Thymele. Zij was bijna zoo lang als de jongens, rank en mager. Zij had zelve iets van een jongen. En schertsend greep zij Cecilius in haar armen en zoende, zoende hem. De vrouwen lachten van de pret. Dan zoen ik Cecilianus, zei de kleedster en omgreep Cecilianus en zoende hem. Wil je wel eens laten! riep Cecilianus, als een maagd, die bedrongen werd.

De dominus, bezadigd, wilde spreken, maar Cecilius en Cecilianus riepen door elkaâr: Jullie meiden hebben geen stèmmen, die doorklinken in ònze theaterruimten! Neen, jullie meiden hebben geen stemmen! jullie zijn veel te klein ook, voor de klassieke komedie! In éen woord, jullie meiden kùnnen niet! Op de planken kunnen jullie alléen fluit-spelen of dansen, zoo als Thymele doet!

Van den edelen Plinius, dominus! smeekte Cecilianus en huilde en vouwde de handen: allen drongen op het proscænium te zamen, alle de komedianten, en ook Thymele, de groote danseres, die in het mimus-spel zoû optreden, en Cosmus, de beroemde geurwerker en Gymnazium met haar tonstrix.... Allen wilden kijken....

Woord Van De Dag

morfinedroppels

Anderen Op Zoek