United States or Saint Helena, Ascension, and Tristan da Cunha ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tachentig fran aan de weduwe van Lierde, veur mijngelijnge van vet in de boter... Zoo ging het voort, een lange, lange lijst van jarenlang geknoei; en bij iederen naam legde Teum met bevende, ontvleesde hand de som, die Jantje met zijn niet minder bevende, knokkelige vingers telkens opstreek en in een grauw-linnen beurs vergaarde.

De armen slap over de leuning van zijn stoel, het hoofd scheef op den rechterschouder, het aangezicht vertrokken en verkleurd, den mond half open en de oogen toe, zat Teum in neergezakte houding naast het uitgebrande haardvuur... dood.

De oude kasthorloge met onzichtbaar geworden zinken uurplaat tikte melancholisch-langzaam, en naast den zwarten haard, waarin de bijna opgebrande blokken tot donkerroode houtskool versmeulden, zat Teum nu onbewegelijk en als 't ware stomdreigend in zijn leunstoel weggezakt te luisteren.

En het bericht liep rond van huis tot huis, van herberg tot herberg, van boerderij tot boerderij: Opgepast, meinschen! Uit de wig! Teum Grondnoagel es aan 't woaien!" Drinken en slampampen, schelden, schreeuwen, kijven, vechten, dagen en nachten achtereen, tot allerlaatste uitputting van geld en krachten!...

't Begon doorgaans plotseling, zonder eenige bizondere aanleiding noch oorzaak. Op een of anderen ochtend, 't zij werkdag of rustdag, trok Teum zijn beste kleeren aan, stopte zijn zakken vol geld, verliet, zonder iemand te waarschuwen, zijn hoeve en begon te "woaien". De buren wisten 't dadelijk, merkten 't aan zijn gang en houding, nog vóór hij iets gedronken had.

Toch hield hij wel van vrouwen, maar enkel bij buien, in zijn woeste uren, wanneer hij, zooals hij dat noemde, en de menschen uit 't omliggende het hem ook nanoemden, "aan 't woaien" was. Dat "woaien" van Teum Grondnagel was een alom bekend, door enkelen verlangend tegemoet gezien, door de meesten echter geducht en verafschuwd sporadisch verschijnsel.

Ha moar boas toch!" stamelde hij eindelijk, met droogslikkende stem, zonder de vijf schitterende stukken aan te nemen. Neem aan! neem aan!" kreet dringend Teum, alsof het geld hem in de handen brandde.

Stom en roerloos bleef Teum in zijn leunstoel weggezonken, als had hij Jantje's schuchtere woorden niet gehoord. Boas!... boas...!" herhaalde Jantje met een plotseling ontstelde stem, waarvan de klank hem zelf deed schrikken. En sidderend naar den haard toe gaande, raakte hij Teum even met zijn aarzelende vingers aan.

Verbaasd, gansch ontdaan door die onverwachte opbiechting, stemde Jantje, na een korte aarzeling, toe. En Teum begon één voor één zijn zonden op te sommen, eerst tegenover Jantje zelf. Weet-e nog wel, Jan, da ge mij ne kier ou streud verkocht hèt? 't Moest hier op 't hof gewegen worden, en gij 'n woart er nie bij.

Op een kouden, mistigen November-ochtend werd Jantje dringend op de boerderij ontboden; en heel alleen met het oudje in de ruime, sombere boerenkeuken, legde Teum zijn schurkenziel bloot, en vroeg hij Jantje of deze, overal, in zijn naam, wilde gaan restitutie doen. Hij zou er hem mild voor beloonen.