United States or Central African Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


En in het huisje van "den Binder", waar het steeds als een mierennest krioelt, hoort men eensklaps een klagelijk geluid opgaan, een langgerekt, dof-akelig gehuil van smart, als het gebrul van een gefolterd beest. Heurt-e Sieska!... 't Zal heur nog spijten van heuren "Binder!" zeggen de menschen, langzaam uiteengaande... Teum Grondnagel lag stervensziek...

Wa hèn ze gezeid? vroag ik ou," herhaalde hij schor, dreigend, kortaf, aamechtig hijgend. Da ge bedankt zijt! da ge wel duuzen kiers bedankt zijt!" jokte Jantje, met de leege beurs en 't lijstje naar den haard toestruikelend. Teum slaakte een vloek en zwaaide met zijn stok, om het ventje op een afstand te houden. Blijf van mij af! Ge zij zat? Ge zij ne zatlap!

Goa nou, hoast ou," zei Teum, nadat het laatste eindelijk was bijgepast. En uitgeput zonk hij somber in zijn leunstoel weg, terwijl Jantje, duizelend van emotie, met struikelende passen 't boerenhuis verliet. Den ganschen dag besteedde hij aan zijn langen omtocht.

"Ze zijn kontent, zille! Dat 'n keunt-e nie geleuven!" Somber, met zijn diepliggende van koorts gloeiende oogen, keek Teum hem in 't halfduister van de ruime, laag-gebalkte keuken aan. Hij merkte hoe het oudje aangeschoten was en zijn bevende hand omknelde, met machteloos gebaar van woede, den knuppelstok, als om er mee te slaan.

Dat duurde lange, lange stonden... Jantje had reeds alles verteld en oververteld en nog steeds bleef Teum, gansch zwart nu in zijn zwarten hoek, roerloos en sprakeloos luisteren. Het werd benauwend en een vreemd gevoel van angst bekroop van lieverlede het oude ventje.

Angstig hijgend en jagend zat Teum op zijn terugkomst te wachten. Zoodra hij hem zag stuurde hij Meelnie, de oude huismeid, naar buiten; en, nog vóór Jantje den tijd had plaats te nemen, vroeg hij dringend, met zijn holle, heesche, trillende stem: Hawél? Wa hèn ze gezeid? Hoe es 't gegoan?" O! bezônder! bezônder!" juichte Jantje, geestdriftig zwaaiend met zijn beide handen.

G' hèt gewoaid!" raasde hij, knarsetandend. Ikke! Ikke! Ikke! ne zatlap! gewoaid! gewoaid!" riep Jantje beleedigd en verontwaardigd. Stille! Gien laweid! vertelt!" beet Teum bitsig-gebiedend toe. Jantje, door den ruwen uitval wat vernuchterd, begon te vertellen.