Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
Kapitein Tartar wierp zich in zijn stoel achterover en scheen zich nauwelijks te kunnen inhouden. "Heb je genoeg van den wijn?" zei Jack. "Dan kunnen we, dunk me, ook wel naar het bal gaan." Op dit oogenblik verscheen een sergeant van de mariniers aan de deur, sloeg aan en keek met een blik van verstandhouding naar den kapitein.
De ontmoeting had plaats en reeds het eerste schot van Don Philip ging kapitein Tartar dwars door het hoofd, zoodat hij onmiddellijk dood neerstortte. Don Philip en zijn broeder begaven zich al spoedig aan boord van de Aurora om onzen held te bezoeken.
"Sergeant, geef hun gelegenheid om hun rekening te betalen," zei kapitein Tartar op wat minder hoogen toon en verliet de kamer. "Goede hemel, Jack, wat ben je begonnen? je zult nog voor den krijgsraad gebracht en uit den dienst ontslagen worden." "Dat hoop ik maar," antwoordde Jack, "ik was een gek, dat ik op zee ging. Maar hij heeft me een bedrieger genoemd, en dat laat ik er niet bij."
Daags na de begrafenis van kapitein Tartar zeilde de Aurora naar Malta en werden onze beide adelborsten aan boord van de Harpij gezonden. Meneer James, de eerste luitenant van de Aurora, die na Tartar's dood het kommando over het schip voerde, was verlangend zich bij den admiraal te Toulon te vervoegen en wilde daarom reeds den volgenden dag de reis voortzetten.
Aan tafel bij den gouverneur ontmoette hij kapitein Wilson en vertelde, dat Jack en Gascoigne op last van kapitein Tartar in boeien geslagen waren. Ook deelde hij zijn vermoedens mede omtrent de aanleiding er toe en het duel dat er het gevolg van geweest was.
Jack liet den volgenden dag terdege opdisschen en aan wijn ontbrak het niet. Toen de andere gasten zich naar een bal begaven, waarop ze genoodigd waren, bleef kapitein Tartar, die wel van een glaasje hield, nog zitten plakken, en Jack achtte zich beleefdheidshalve verplicht hem gezelschap te houden. Gascoigne bleef ook, om op te passen dat Jack zich niet zou verpraten.
"Ei zoo! dus met kapitein Wilson? Dat is nog een oud vriend van me." "Van ons ook," antwoordde Jack; "'t is een verduiveld beste kerel, die Wilson." "Maar waar zijt ge later geweest?" vroeg kapitein Tartar. "Wel, op de Harpij, ik behoor tot de bemanning." "Tot de bemanning? In welke kwaliteit, als ik vragen mag?" hernam kapitein Tartar op vrij wat minder beleefden en vertrouwelijken toon.
De eerste luitenant, die in 't geheel geen vriend van den kapitein was geweest, ontving hen zeer beleefd en verklaarde, dat kapitein Tartar hem volstrekt niet had medegedeeld op welken grond de twee jongelui in boeien waren geslagen. Hij achtte zich dus niet gerechtigd tegen hen op te treden en zou last geven hen in vrijheid te stellen.
"Als gij klaar zijt, heeren," zei de sergeant, die lang genoeg onder kapitein Tartar gediend had om te weten, dat een door hem opgelegde straf nog geen bewijs was van een begaan vergrijp. "Betaal jij de rekening, Rustig, dan ga ik ons boeltje halen," zei Gascoigne. Binnen een half uur zaten onze beide vrienden in plaats van op het bal, onder het halfdek van de Aurora in boeien.
"Als adelborst," antwoordde Jack; "en Gascoigne ook." "Zoo! dus zijt ge met verlof?" "Och neen, dat niet; maar ik zal je vertellen, ouwe jongen, hoe 't ermee gelegen is." "Een oogenblikje, alsjeblieft," viel kapitein Tartar hem in de rede en stond op; "ik moet even mijn oppasser een paar orders geven, die ik verzuimd heb."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek