United States or New Caledonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als ze zoover was het waren de stille, regelmatige bewegingen van elken morgen nam ze het tafelkleed bij twee slippen, vouwde het zachtjes-streelend over haar robuste knie en lei het bij de tafelschel. Achter de Bonheur-du-jour had je de stofdoek, waarmee de tafel gewreven werd. Ze plofte warmen adem op het glimmend blad en wreef. Er was niets te wrijven. Ze wreef, omdat zij 't gewoon was.

Elsje antwoordde niet veel en Cécile deed niets om haar uit de verlegenheid te helpen en mevrouw van Rensen op de hoogte te brengen omtrent hare betrekking tot mevrouw d'Ablong, zoodat de avond al dadelijk onaangenaam begon voor Elsje en zij zich geweld aan moest doen, kalm te blijven en haar rol bedaard en prompt op te zeggen, 's Ochtends in de leerkamer had hare tante haar dit nog eens voor de zooveelste maal laten doen en haar precies gewezen, hoe ze los en ongedwongen, met een stofdoek in de hand, de kamer door gaan moest en opgewekt en levendig spreken.

Zij dribbelde ijverig met haar stofdoek heen en weer, het geheele vertrek door. Voor het portret der jonge vrouw in het sierlijke, nieuwerwetsche lijstje, bleef zij even staan. "Zoo'n heel ander gezicht dan dat van moeder," zei Elsje, "ze kijkt zoo streng! Ik zou haar haast niet "tante" durven noemen!"

Zij had voor geen van allen een goed woord over, en zij liep, quasi druk bezig, door het huis te dwalen, telkens de bedienden op de vingers tikkend voor kleine onoplettendheden, voor een stofdoek die slingerde, of een looper die niet recht lag.

Zij dribbelde ijverig heen en weer met haar stofdoek en gaf handig en vlug aan de kamer een netter aanzien.

"Kom, laten we dan nu gauw voortmaken en vandaag dubbel werk doen, zoodat we morgen met een gerust hart kunnen spelen," zei Jo, terwijl ze zich gereedmaakte de pen met een stofdoek te verwisselen. Toen de zon den volgenden morgen in de kamer van de meisjes keek, om haar een mooien dag te beloven, zag zij een komisch schouwspel.

Was zij overdag eens in haar eentje thuis, dan kon zij soms plotseling met een stofdoek of borduurnaald in de hand vijf minuten lang in 't midden van de kamer stil blijven staren, de oogen droomerig naar den wand, of wel bleven op eens haar handen uitgebreid boven de toetsen liggen, midden in een melodie, die zij speelde en dansten de muziekbalken voor haar gezicht.

Want als zij begon met den leuningstoel af te stoffen, dan herinnerde dit meubel haar aan Franciscus; mijmerend over den armen kreupele stond zij dan langen tijd roerloos met den stofdoek in de werkelooze hand; nam zij een mat op, de indrukken van zijn kruk werden haar als smartvertrokken monden, die klagelijk van den dierbaren doode spraken; die stoelen, de tafel, dat kastje, de Friesche klok daar, al die voorwerpen, samen hadden zij ze gekozen en gekocht, elk meubelstuk had zijn kleine geschiedenis, onderdeel van het familieleven der Stargardts vormend; ieder ding kreeg een ziel voor moeder Jane, en de zielen van al die lieve dierbare voorwerpen om haar heen, begonnen nu met weeke, weenende stemmen van hun verleden te fluisteren...